-12-
VAN DISHOECKHUIS: ZIJN KULTUUR-HISTORISCHE WAARDE
Om de waarde van een monument te bepalen moet men
toch eerst iets over de bouwers en ontwerpers-
weten, in dit geval J.P. van Bauerscheit de Oude
en de Jonge, Jan Peter van Bauerscheit de Oude
werd op 8 december 1669 te Wormersdorf (Duitsland)
geboren, en vestigde zich in 1691 te Antwerpen.
In 1695 trad hij in het huwelijk met Catharina
Baets. Zij schonk hem twee dochters en één zoön,
namelijk Jan Peter van Bauerscheit de Jonge, de
latere architekt en bouwmeester zeer bekend in
de Zuidelijke Nederlanden.
Vader van Bauerscheit was beeldhouwer en ontwierp
o.a. het praaltoneel ter gelegenheid van de Blijde
Intrede van Karei VI in 1717 te Brussel. Hij ver
wierf daarmee de titel "Statuarius et architectus
Caesaris". Vele van zijn beeldhouwwerken vindt
men nog terug in kathedralen, musea en partikulie-
re bezittingen, o.a. in België, Nederland, Enge
land en Duitsland. Tot zijn laatste werk behoren
de ontwerpen en beelden voor het altaar in de
Sint Pauluskerk te Antwerpen, Bij plaatsing daar
van dreigde er êên van de beelden te vallen.
Vader van Bauerscheit schrok zo erg, dat hij korte
tijd later op 10 mei 1728 aan een hartaanval
overleed. Zijn zoon Jan Peter, geboren-; in
april 1699, werkte reeds op 18jarige leeftijd
als assistent in het atelier van zijn vader. Na
diens dood wijdde hij zich geheel aan de bouw
kunst, leidde het atelier van zijn vader en voerde
de titel "architekt en ingenieur". Waar had de
jonge Van Bauerscheit het vak van architekt
geleerd? Daar hij zijn vader veel vergezelde
bij het afleveren van diens werken, vooral in
Holland en Zeeland, is het niet uitgesloten dat