-15- Antwerpen was daarmee als oorlogshaven onbruikbaar gworden. De staat van oorlog betekende ook dat het burgelijk gezag ondergeschikt wer gemaakt aan het militair gezag. In de loop van 1914, toen de Duitse legers door België trokken naar Frankrijk kwamen.grote groepen vluchte lingen de Nederlandse grens over. De grootste stroom kwam na 9 oktober, toen Antwerpen in Duitse hand den viel. In totaal zijn ca. 650.000 Belgische vluchtelingen- de Nederlandse grens overgestoken. In eerste instantie kwamen de meesten in Zeeuws-Vlaan- deren terecht, In overvol geladen veerboten van de PSD trokken velen verder Zeeland in, naar Vlissingen, Middelburg, Goes, Tholen en de Walcherse en Zuid-Beve- landse dorpen. De veerdiensten vroegen geen passage geld. De treinen van en naar Vlissingen vervoerden in b de richtingen duizende personen: vluchtelingen die verder het land introkken en mensen van diverse nationa liteiten die via Vlissingen naar Engeland probeerden te komen. Door deze toeloop.van daklozen verdubbelde in korte tijd de bevolking van Vlissingen. Spoedig vormde zich overal plaatselijke comité's voor de opvang van vluchtelingen In de meeste gevallen werden zij bij particulieren oh'öergebracht In Vlissingen werden alle openbare en bijzondere scholen ingericht voor de opvang van daklozen. In Zeeland werd alles gekoöraineerd door een provinciaal comité die in de verschillende steden en dorpen onder afdelingen had. De Zeeuwse bevolking stond zeer gastvrij tegenover deze Belgische vluchtelingen; over al waar mogelijk werd hulp geboden in de vorm van voedsel, kleding en onderdak.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1984 | | pagina 16