-12- EEN MS DRIE HATEN TE KLEIN; DE STUDIEZAAL VAN HET MUSEUM. Als kind werd het je al ingeprentin de lees- zaal moest je stil zijn. Praten was zondig en wie het toch deed kon onmiddellijk verwijderd worden. Het krassen van een pen pf het dicht klappen van een boek v;erd "laag" gewaardeerd (vertoornde blikken). Deze beelden flitsten door mij heen bij het be treden van de studiezaal van het museum. Onwil lekeurig zocht ik een psar strenge, toezicht houdende ogen. Ik vond er geen, want de conser vator, dis in dezelfde kamer kantoor houdt, was druk doende een tentoonstelling in te richten. Geklop en gehamer aksentuesrden de stilte van het moment. De wind ruiste door de bomen in de achtertuinen. Aan de kleine leestafel werkte ik de opgevraagde dokumsn'catie door en -rr askts mijn aantekeningen. De studiezaal leidde tot voor kort een tamelijk bloedeloos bestaan. Boekers en tijdschriften wa ren niet of nauwelijks toegankelijk gemaakt. Een zorgzame hand werd node gemist. De komst van de huidige conservator bracht ook in dat opzicht een aantal veranderingen teweeg. Er is nu spreke van een geleidelijke en konsekwente opbouw van kaartsystemen, met een alfabetische ingang op naam van de schrijver en op titel van de publi- katie. Deze katalogl zijn voorwaarde voor een verdergaande ontsluiting van het bezit. In de praktijk betekant dit, dat ven elk boek en tijd schrift volgens vaststaande regels een zogeheten

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1985 | | pagina 15