-23-
digheid van hat onderwerp) besloten had de le
zing toe te spitsen op de vrouwendracht. De
mannen vielen dus af, wat door de aanwezige he
ren in de zaal zonder morren werd aanvaard.
Niet helemaal terecht overigens, want de kleding
der mannen deed in vroeger tijden bepaald niet
onder voor die der vrouwen. Een 18© eeuwse boer
drceg bijvoorbeeld nog een appelbloesem hemdrok.
Kom daar nu eens omi Het boerenpak heeft later
kleur en fleur verloren toen zwart da hoofdtoon
ging voeren. De schilderachtigheid is inderdaad
verdwenenondanks de gekleurde halsdoek, gouden
knopen en zilveren broekstukken.
ïn de (18e eeuwse) garderobes der boerinnen kon
man aantreffen: boven- en ondermutsen met een
oorijzer, gouden naeld, hangers en spelden, hoe
den, doeken en beuken, mantels (jakken), keursen
of keuzen (rokken), schorten, stiklief en sen
faalje. Hiervan zijn de hoeden, faaljs, stiklief
en gouden naald geheel uit het modebeeld verdwe
nen. De tegenwoordige dracht is ook bij ce vrou
wen veel minder fleurig. Toen het kieureiement
meer en meer wegviel, raakten ook de gekleurde
schorten uit de mode. Jammer? da wars klederprscht
van bebloemde jakken en rijk gedekoreerde'rokken
van sits was een lust voor het oogj tr dient
trouwens wel onderscheid gemaakt te worden tus
sen de kleren die de mensen in dracht aantrok
ken, en de mutsen en de kappen, die zij op het
hoofd zetten. Het meest opvallend in de Zeeuwse
klederdracht zijn deze mutsen en kappen die
door hun helderheid en vormenrijkdom de sandachfc
trekken. Wat zien we? Soms is het kostuum al
afgeschaft, terwijl ds kap nog in zwang is.