-33-
Bij de troonbestijging van koningin Wilhelmina
hebben blijkbaar zeer vermogende'Nederlanders
aan de koningin een volledige kollektie van
toenmaals in zwang zijnde hoerendrachten aan
geboden, volledig met alle kleding, mutsen en
goudwerk, tentoongesteld op levensgrote poppen,
zowel mennen als vrouwen. Die kollektie vond
een plaats in de duistere en afgelegen katakom-
ben ven het Rijksmuseum te Amsterdam, waar zij
jaar en dag voor volhardende bezoekers te be
reiken was. Hoeveel zondagmiddagen ik niet als
kind tussen de rijen van dat ietwat angstaan
jagends panopticum doorgebracht heb, weet ik
niet, maar toen mij bij het op mijn manier
ontginnen van dit braakliggende onderwerp dui
delijk werd, dat sinds 1900 meer dan de helft
van die drachten uitgestorven en spoorloos ver-
dwenen was, bleek de verzameling in het Rijks
museum niet meer te vinden te zijn, omdat die,
naar het heette, overgebracht was naar het
Openluchtmuseum in Arnhem. Daar vond ik nog
een dertigtal (ts zoggen dertig) van de vroe
gere honderden min of meer toonbaar terug.
De andere waren vergaan en weggegooid, In het
asvatl Ongeveer tien procent ven de kollektie,
waar vele duizenden aan gespendeerd geweest
moeten zijn en die een belangrijk stuk Neder
landse kuituurhistorie vertegenwoordigden, was
neg toonbaar. De rest was doodleuk weggegooid»
Uit: Cruys Voorbergt».
Erfenis van eeuwen.