DE HAVENS VAN VLISSINGEN
C. OREEL
Verbreed
Kanaal met
Binnenhaven.
Aangelegd
1873
Vermoedelijk is Vlissingen ont
staan in de 7e eeuw aan de uit
monding van een natuurlijke brede
afwatering, die geschikt was als
haven voor platbodemschepen. Deze
haven werd gebruikt voor vissers
schepen en veerboten naar Sluis
en Brugge. In de loop van de 13e
eeuw breidde de visserij zich uit
en ging men zich eveneens bezig
houden met de haringvisserij; en
kelen gingen over op vrachtver
voer. Een en ander had tot gevolg
dat begin 14e eeuw de Achter-,
Koopmans- en Voorhaven voltooid
werden. De visserij groeide en men
kreeg behoefte aan zout. Dit ver
kreeg men door zeinering. Hier
voor waren darink en zout water
nodig. Deze darinkdelving werd in
Zeeland één van de belangrijkste
industrieën op het platteland en
bracht tevens scheepvaart met
zich mee.De haven werd uitgebreid
met de z.g. Nieuwe-,Engelse- of
Vissershaven. Halverwege de 15e
eeuw kwam aan deze zeinering een
einde tengevolge van de invoer
van zout uit Frankrijk en Spanje.
De Tachtigjarige Oorlog was de
oorzaak dat de handel zich eni
germate verplaatste van de Zuide
lijke naar de Noordelijke Nederlan
den. Vooral het gebeuren op 6
april 1572 toen Vlissingen zich
uit eigen beweging en zonder hulp
van buiten vrijmaakte van het
Spaanse bewind heeft er sterk toe
bijgedragen dat handel en scheep
vaart zich uitbreidden.Vlissingen
verwierf zich hierdoor privileges
die het mogelijk maakten dat in
1613 de Ooster- en de Dokhaven in