15 SCHEEPVAARTGESCHIEDENIS het niet verdwenen en voor altijd vernietigd.Een archeologisch ver antwoorde berging is niet meer mogelijk Aan de andere kant had deze ber- ger/schatduikerHatcher,wel con tact opgenomen met de Nederlandse staat, zodat het materiaal bestu deerd kon worden voordat het ge veild werd. De staat hield trou wens ook een leuke 10% van de winst over. Zo was het dus toch nog mogelijk om een onderzoek te verrichten op dit porselein, al was het onvoldoende, het was de eerste keer,en vermoedelijk ook de laatste, in de geschiedenis dat een hele lading porselein van een V.O.C.-schip bij elkaar aanwezig was. De heer Jörg, conservator van het Leeuwarder museum, het Princesse- hof,die dit onderzoek op het por selein overhaast heeft verricht, verdedigde de methode van de heer Hatcher met de stelling "liever iets dan niets". Hiermee doelde hij op de mogelijkheid dat bepaalde bergers/schatduikers hun materi aal helemaal niet laten zien als de overheid te veel (archeologi sche) randvoorwaarden zou stellen. In schril contrast stond hierte genover de mening van enkele sprekers die liever een principi ële benadering zouden zien. Een wrak is een zo belangrijk histo risch bronnenmateriaaleen bodem- archief, dat bij een berging zoals van de Geldermalsen nu voor het grootste deel is vernietigd. Cul tuurbehoud zou veel meer voorop moeten staan dan het financieel gewin. Er werd daarbij vooral ge wezen naar de rijksoverheid die subsidieaanvragen voor zeearcheo- logisch onderzoek, zoals voor de Amsterdam afwijst en aan de andere kant meedeelt in de 'winst' van lucratieve bergingen. Deze over heid verdedigde zich alleen door te verwijzen naar de budgettaire zijde van het werk. De vertegen woordigers van het ministerie van IaIV/C deden geen uitlatingen over een archeologie-beleid. Er gingen dan ook steeds meer stemmen op of een tussenvorm niet haalbaar was. Door de bergers een financieel aantrekkelijk contract aan te bieden zou men een aantal archeologische randvoorwaarden af kunnen dwingen. Indirekt wordt er dan voor archeologisch onderzoek betaald aan de bergers. Een voor beeld hiervan is de wijze waarop het TVliegentHart is onderzocht. Men kwam er echter niet uit. Er was wel een overeenstemming dat er onder andere een betere rege ling moest komen om wrakken bui ten de nationale grenzen te kun nen beschermen. Tevens was ieder een het ermee eens dat er snel een inventarisatie en lokalise ring moet worden gemaakt van scheepswrakken. Enerzijds kunnen deze wrakken dan beschermd wor den, anderzijds kunnen er priori teiten gesteld worden ten aanzien van de historisch belangrijkste wrakken. De beperkte geldstroom zou dan gericht voor de belang rijkste projekten gebruikt kunnen worden. Mede in het licht van dit laatste zouden de Zeeuwse overheden met grote wateroppervlakken binnen hun grenzen, zoals Vlissingen, zich deze ethische problematiek en behoud van dit stuk cultureel erfgoed ook ter harte moeten ne men. Ook zij dragen daar deels ver antwoordelijkheid voor.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1986 | | pagina 16