STATION STAATSSPOORWEGEN 14 Vlissingen knooppunt van reizigersver voer R.J.W. DEN BROEDER Het belangrijkste punt in het openbaar vervoersysteem van Vlissingen was en is het spoorwegstation. Aan het eind van de spoorlijn kwamen alle soorten openbaar vervoer die destijds bestonden bij elkaar: de trein met verbindingen naar de rest van Nederland en Europa; de mail boot naar Engelandde veerboot naar Breskensde stoomtram naar de Walcherse dorpen en de elektrische tram naar de stad Vlissingen zelf. De spoorlijn is aangelegd in ver schillende fasen in de jaren 1869 - 1873. Van Bergen op Zoom via de Kreekrakdam naar Goes en van Goes via de Sloedam naar Middelburg en Vlissingen. De lijn was eigendom van de Maatschappij tot Exploita tie van Staatsspoorwegen (SS). Vlissingen kreeg twee stations: het lokaalstation, gelegen bij de Keersluisbrug en het havenstation Beiden gebouwd in 1873. Het laat ste station was een voorloper van het fraaie neo-renaissance bouw werk, waarover straks meer. De Zeeuwse spoorlijn was een be langrijke schakel in het Europese spoorwegnet tussen Engeland en Duitsland. Vanuit Vlissingen ver trokken internationale treinen in aansluiting op de mailboot, met doorgaande rijtuigen naar Berlijn, Warschau, Basel en Milaan. De ja ren 1880-1914 was een bloeiperio de van internationaal reizigers- en handelsverkeer via Vlissingen. Niet verwonderlijk dat het oor spronkelijke havenstation uit 1873 spoedig niet meer aan de eisen voldeed en Staatsspoorwegen in 1894 besloot een groot represen tatief station te bouwen, met di verse faciliteiten voor het in ternationaal reizigersverkeer. Het werd een schitterend bouwwerk in de destijds gangbare bouwstijl, neo-renaissanceOok andere steden hadden een dergelijk station ge kregen: Delft (1885), Den Haag HS (1893), Groningen (1896).Het ont werp was van de ingenieurs Haver kamp en Schill uit Amsterdam. De projektleider bij de bouw was dhr. H.P.M. van der Kun, direktiemede- werker van Staatsspoor. De aanne mer was de firma De Rooy en Meyer uit lilburg. Aan de stadszijde kreeg het stati on een grote hal met verschillen de loket-faciliteiten; aan de zij de van de haven een grote hal voor de douane. Het was mogelijk direkt vanaf de mailbootsteiger via een overdekte passage in de douanehal te komen en vandaar naar de perrons te gaan, naar de aansluitende treinen. Een reizi gersknooppunt in de ware zin. Het interieur moet bijzonder fraai geweest zijn volgens beschrijvingen uit het bouwjaar 1894. De stati onshal was met marmer geplaveid, in de wachtkamer le klas en de restauratie lag parket. De wanden van de zalen waren uitgevoerd met lambriseringen van diverse - dure - houtsoorten. De plafonds waren

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1987 | | pagina 15