Herinneringen aan de tram Vlissingen - Middelburg 9 H.G. HESSELINK Geboren en getogen op de rand van de Veluwse heide, waren de vacan- ties bij mijn grootouders in Mid delburg (mijn moeder was een Zeeuw se) wel de mooiste belevenissen uit mijn jeugd. Niet zozeer strand en zee, maar wèl de treinreis en bovenal het station van Vlissin gen trokken me. Daar kon je je vergapen aan maar liefst vijf vervoermiddelen: de trein, de provinciale boten naar Breskens en Neuzen, de Zeeland- bootje stoomtram naar Domburg en als mooiste de elektrische tram naar de stad. Deze laatste maakte deel uit van de Societé Anonyme des Tramways a Vapeur de Flessin- gue a Middelbourg et Extensions, die ook de elektrische tram Vlis singen - Middelburg exploiteerde. Dat 'vapeur' slaat nog op de tijd van de stoomtram die van 1881 tot 1910 tussen beide plaatsen reed. De 'S.A.' had haar eigen centrale waarmee ze Vlissingen van stroom voorzag en voor de exploitatie van de tram goedkoop aan stroom kon komen. Wat ons, dunkt me, nog wel het meest aanspreekt is de bedrijvig heid die er bij de tram heerste: elke 35 of 20 minuten tot 1924 en daarna tot de Tweede Wereldoorlog elke 30 of 15 minuten,kon je ver trekken en met twintig minuten was je van het Betje Wolffplein op de Markt en omgekeerd. Altijd druk, wat zich vooral uitte met Pinksteren en op zomerzondagen. Het is wel gebeurd dat op de drie Pinksterdagen 31.500 reizigers vervoerd werden; er werd dan op Pinkstertwee en -drie gereden met viermaal twee tramstellen. Op elke wisselplaats, Remise,Sou burg en Vlissingse Singel kwamen telkens twee trams van elk vier rijtuigen elkaar tegen.Vrij zijn was er op zulke dagen voor het perso neel niet bij. Maar toch reden ze graag:er waren veel gelegenheids- passagiers die niet op knipkaar- ten (10 ritten voor 1,-) reis den, maar het volle tarief (enkel 17^, retour 27j cent) betaalden. Dat resulteerde natuurlijk nogal in wat fooien van 2| cent, wat aardig kon oplopen. A propos,hóórt u de tram knerpend en piepend de S-bocht door de Zandstraat naar de Langevielebin- nenbrug nemen? Dit geluid werd nog versterkt door het gehuil van de motoren, want de bestuurder moest de bocht 'met volle kracht' ingaan, anders liep hij gevaar met z'n karavaan te blijven steken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1987 | | pagina 10