VLISSINGEN - BRESKENS
20
Een leven bij de Provinciale Stoombootdiensten
M. VAN DER SLUIS R. DEN BROEDER
De oudste vorm van openbaar vervoer in Vlissingen is het veer over de
WesterscheldeReeds in de Middeleeuwen moet er een veer hebben be
staan vanaf de zuidkust van Walcherenin de buurt van het dorp Oud-
Vlissingen, naar Vlaanderennaar Sluis. Vele eeuwen hebben er parti
culiere veren bestaan. Uiteindelijk zijn deze veerdienstenevenals al
le andere veren in Zeeland onder de Provinciale Stoombootdiensten in
Zeeland gekomen. Velen hebben bij deze maatschappij gewerkt sinds haar
ontstaan in 1826, toen de provincie een stoombootdienst instelde van
Vlissingen naar Breskens en Terneuzen. De redactie is echter niet zo
ver teruggegaan maar heeft de heren C.A. van Klinken en A. van Lamme
ren beiden gepensioneerd gezagvoerder bij de PSD, naar hun herinnerin
gen gevraagd
Dhr. Van Klinken en Van Lammeren
zijn resp. 27 en 29 jaar bij de
Provinciale Stoombootdienst werk
zaam geweest. "Je begon als ma
troos, dat was in die tijd zo bij
de overheid, en na lj jaar opge
klommen tot stuurman met bevoegd
heid als gezagvoerder"aldus dhr.
Van Klinken. "Ik ben in 1944 be
gonnen. Met allerlei bootjes voe
ren we toen over het onder water
staande eiland naar de dorpen.
Later met schepen van de militai
ren. Op een gegeven moment zijn al
deze veerdiensten door de provin
cie gekoördineerdIn 1946 zijn van
al deze schippers een groep van 4
man naar de Provinciale Boot over
gegaan
Na de oorlog was de veerdienst
een puinhoop.De havens waren ver
sperd. Er moest eerst een geul
door de Westerschelde vrijgemaakt
worden van mijnen en wrakken, toen
kon er weer gevaren worden. Als
eerste met de "Zeemeeuw" eigenlijk
het jacht van de direkteur. Later
met o.a. de "Lekstroom"en de "Ko-
ningsplaat". De "Hendrik" en de
oude "Koningin Juliana" waren in
de havens gezonken.De Hendrik was
uitgebrand. Na de oorlog is deze
gelicht, gerepareerd en ook ver
lengd
In de jaren vlak na de oorlog is
ook gevaren met de z.g. Moerdijk-
ponten, afkomstig uit Dordrecht.
Eigenlijk waren dit rivierboten en
hoewel in goede staat eigenlijk
niet zo geschikt voor de Wester
schelde. Bij slecht weer gebeurde
het dat de golven over het rijdek
sloegen en aan de achterzijde weer
wegspoelden.
In die tijd waren er nog 7 veren,
waarvan er na het sluiten van de
zeearmen nu nog twee over zijn. Zo
goed als men nu met moeilijkheden
te kampen heeft, waren er toen
ook problemen.Er waren echter al
tijd gelijkwaardige andere schepen.
De bemanning was niet aan één
schip gebonden.Je werkte in ploe
gen nu eens op de ene, dan weer
op de andere dienst. De verhalen
dat de ene dienst beter was dan
de andere zijn beslist niet waar.