16 Er moest (droog) brood op tafel komen en er bestond zelfs nog concurrentie bij het inschrijven. Bovendien verloor het hele gezin sterk aan maatschappelijk aanzien, want schoolschoonmaken behoorde tot het minste wat je kon doen. Ook werd er op de scholen aange moedigd tot schoolsparen.Dit ging uit van de Nutsspaarbank in de Nieuwstraat. Op school konden de leerlingen plakzegels kopen voor 10 cent, welke op een speciale kaart werden geplakt.Deze kaarten konden de leerlingen dan zelf in wisselen bij de spaarbank. Het d.m.v. zegels gespaarde bedragje werd dan ingeschreven waar het kind bij was in een spaarbankboek je. Zo'n eerste boekje bestaat er nog, uitgegeven op 28 november 1921, nummer 6008, met een eerste inleg van zegels tot 1,25. Twee jaar later werd bijgeschreven 22 cent rente. Dit boekje heeft ge diend tot 1959. Schoolsparen is dus een mooie klantenbinding ge bleken. Maar niet alle leerlingen kregen geld om te sparen, zodat er in de schoolklassen al kleine verschillen in welstand optraden. Wanneer een leerling door een"be- smettelijke ziekte" werd getroffen werd de toegang tot de school ook voor de broertjes en zusjes zes weken lang verboden. Op de huis deur van het gezin werd van ge meentewege een groot biljet aan geplakt, waarop gedrukt in dikke letters BESMETTELIJKE ZIEKTE, met de naam van de ziekte er bij. Zes weken lang bleef dit staan. Het biljet werd door het gezin als smadelijk ondergaan. Zo werden de ziektes als difterie en roodvonk destijds door de medici behandeld. Er was ook een kleine boekerij aan de school verbondenmet fijne ver halen over Michiel de Ruyter, Erans Naerebout, e.a. Alle boeken werden netjes ingekaft door de leerlingen, als een les. Vele van die leerlingen kunnen nu nog net jes een boek kaften. De gemeente gaf een minieme subsidie van en kele tientjes voor de "biblio theek". Bij school D werden de boeken aangekocht uit geld, opge bracht uit de verkoop van door de kinderen meegebracht zilverpapier, Linkshandigheid van kinderen werd krachtig tegengegaan. Het was met nadruk verbodenKinderen uit arme gezinnen, en dat waren er velen, kregen wat kleding en enkele pa ren houten klompen per jaar. Er werd ook elke middag warme school- voeding verstrekt in de school aan de Hendrikstraat. Ook daar kwamen veel kinderen. Zij waren herkenbaar door het dragen van een modelblikje,bevestigd aan een touwtje dat zij droegen rond de hals. Het was bedoeld als toe gangsbewijs in het eetlokaal, maar ze droegen het de hele schooldag. En ze werden aldus getekend. Maar men kan zeggen wat men wil: het lager onderwijs was goed tot uitstekendEr bestond een geduch te orde, maar het is niet als dwingelandij ervaren. Veel zou er nog over het lager en voortgezet onderwijs te verhalen zijn zoals het schoolverzuimde halfjaarlijk se overgang der klassen,de eerste schooltuinen, het handwerken en de gymnastiek, de aankleding van kerstkindjes op de rooms-katho- lieke meisjesschool aan de Bree- straat, de bijzondere neutrale school in 1921, de nieuwe school- artsendienst van de geroemde volksdokter A.P.Smitt, opmerkelij ke onderwijskrachten, enz. doch de plaatsruimte is op.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1987 | | pagina 17