ZELDZAAM TIN IN HET
VLISSINGS MUSEUM
17
W.P. JACOBS
Laten we eerst de hanzekannen aan
een nadere beschouwing onderwer
pen. Wat de naam aangaat ligt het
erg simpel: hanzekannen werden
gebruikt in de steden die bij de
Hanze, een internationaal gilde
van kooplieden, waren aangesloten.
Voor ons land moeten we aan de
IJsselsteden Kampen, Deventer en
Zwolle denken.
De ouderdom van de Vlissingse
schenkkannen kan worden afgeleid
uit een jaartal op een van de
hanzekannen uit het Rotterdamse
museum Boymans van Beuningen. In
het deksel van deze kan is het
pelgrimsteken van Gottsbüren aan
gebracht en in de rand hiervan
staat het jaartal 1331. Gezien de
sprekende gelijkenis met de gega-
teerde Rotterdamse kan meent B.
Dubbe in "Tin en tinnegieters in
Nederland", mijns inziens terecht,
dat ook de Vlissingse kannen on
geveer midden 14e eeuw in Noord-
Duitsland zijn gegoten.
Het meest opvallende kenmerk van
de hanzekan is de zeer robuste
uitvoering van het balustervormi-
ge kanlichaam. De diameter van de
bodem is groot in verhouding tot
de hoogte van de kan.Bij de groot
ste van de Vlissingse kannen zijn
diameter en hoogte resp. 14,5 en
24 cm.
De zware en gedrongen vorm van de
hanzekannen hebben sommige schrij
vers er toe gebracht te menen,dat
ze uitsluitend aan boord van sche
pen zouden zijn gebruikt. Zo'n kan
kon zelfs bij zwaar stormweer niet
omvallen dacht men.
Wat moeten we van dit eenzijdige
maritieme gebruik van de hanze
kannen denken? Voor de stelling
pleit, dat ook de Vlissingse kan
nen afkomstig zijn van schepen die
waarschijnlijk in de 14e eeuw in
Zeeuwse wateren zijn vergaan. Toch
heeft Dubbe naar mijn mening gelijk
als hij zegt dat metalen, dus ook
Het is wellicht de moeite waard uw aandacht te vragen voor het m het
museum aanwezige 14e eeuwse tin. Al weten de tinliefhebbers al jaren
dat er zich in het Vlissings Stedelijk Museum twee z.g. hanzekannen
en een veld- of pelgrims fles bevindenbij de museumvrienden zal dit
feit minder bekend zijn.De grote zeldzaamheid van deze objecten is bij
zonder evident. Uit de 14e eeuw is er door allerlei oorzaken heel
weinig tin overgeblevenDit geldt vooral voor het aantal in ons land
aanwezige hanzekannen. Het bezit aan 14e eeuwse veldflessen, in par
ticuliere en openbare verzamelingenis misschien wat groter, maar
toch altijd zeer bescheiden