SCHEEPSBOUW 20 bij het te water laten de havenbo dem zou raken en beschadigd wor den (5). Toch zijn er een paar ontwikkelin gen waar te nemen in de scheeps bouw gedurende het tijdperk van de VOC (begin 17e tot eind 18e eeuw). Tot in de 16e eeuw maakte men in Holland gebruik van een scheeps- type genaamd de 'fluit'. Ook de VOC maakte in haar beginperiode nog gebruik van dit type.De fluit was een relatief smal schip, had een ronde achtersteven en een hoge, taps toelopende opbouw aan de achterzijde.Dit scheepstype was eigenlijk gebouwd voor de vaart op de Oostzee. Door de vaart op In- dië ontstond echter de vraag naar grotere schepen. Per tocht wilde men meer lading kunnen meenemen. Uit de fluit ontwikkelde zich van af ca 1670 de 'pinas'. Dit schip had een platte achterzijde die veel eenvoudiger te bouwen was en waardoor ook meer laadruimte ont stond (6). Model van een 'pinas', ca 1600 Al snel ging de VOC specifieke eisen stellen aan haar schepen, mede om door middel van standaar disatie efficiënter te kunnen bouwen en lading te kunnen vervoe ren. Naast een grote laadruimte moest er ook voldoende plaats zijn voor de opvarenden. De Nederland se Oostindiëvaarders hadden rela tief veel geschut en militairen aan boord om zich te kunnen be schermen tegen kapers. Daarbij moest het schip toch redelijk snel en wendbaar blijven. In afwijking van scheepstypen uit andere lan den hadden de Zeeuwse en vooral de Hollandse schepen een geringe diepgang, dat zijn oorzaak vond in de ondiepe wateren in Zeeland en Holland (7). Vanuit die voorwaarden ontwikkel de zich en scheepstype dat aan geduid wordt als de 'Oostindië- vaarderof retourschipEen van de meest bekende schepen uit die periode is de eerder genoemde "Prins Willem"die in 1651 in Mid delburg van stapel liep. Van dit schip is een replica op ware grootte gemaakteveneens de Prins Willem genaamd, die nu in Holland Village in Nagasaki ligt. In de volksmond werd dit scheepstype ook wel 'spiegelschip' genoemd, vanwege de vorm van het achter schip. Dit slaat dan niet op het brede versierde bovenstuk maar op de platte afsluiting van de romp. Het versierde bovenstuk heet'hek' of 'hekkebord'(8).Dit scheepstype funktioneerde kennelijk goed; al leen rond 1700 worden wat verande ringen aan de opbouw aangebracht. Het hoge hekkebord wordt lager en ronder uitgevoerdvoornamelijk on der invloed van Franse en Engelse scheepstypen. Ook de verdere op bouw van voor- en achterschip

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1987 | | pagina 21