16 nieuwe leden Naerebout toch het stuurloze schip voor de Engelse kust te krij gen. Daar dreigde klip en krijtge- bergteOpeens kwam de kwijtgeraak te loodsgaljoot uit het niets op dagen; de schepen werden weer aan elkaar vastgemaakt, en tot stomme verbazing van het uitgelopen volk kwamen beide schepen veilig de haven van Plymouth binnen. Niet alleen ijsgang belemmerde de vaart. Schepen moesten rekening houden met tergende windstilte en met levensgevaarlijke stormen. Er waren per jaar drie perioden waar in schepen de lange en onzekere tocht naar Azië konden beginnen, namelijk in september, rond Kerst mis en in maart-april. Om veilig, en binnen redelijke termijn, de eindbestemming te bereiken, waren de schepen afhankelijk van de zee- stromingen en de seizoengebonden passaatwinden. Er waren meer ge varen dan weer en wind. Vooreerst allerlei ziekten,maar ook piraten en vijandelijke oorlogsschepen. Dat ervoer Frans Naerebout in 1795. Eind 1794 voer hij als loods op de Voorland,een Amsterdams VOC-schip dat in charter voor de Kamer Zee land naar Batavia ging.De elemen ten verhinderden hem op een Zeeuw se loodsboot over te stappen, en zo was hij wel gedwongen mee te varen tot Kaap de Goede Hoop.Daar had hij overigens een aangename tijd: gastvrij werd de held van de Woestduyn ontvangen, toen een van de geredde opvarenden uit 1779 Naerebout herkend had. Na enige weken vervolgde de Voorland zijn reis naar Batavia. Het was het laatste VOC-schip dat behouden in Azië zou aankomen. Naerebout had zich inmiddels op de Mentor ingescheept, verlangend om naar huis terug te keren. De jonge Bataafse Republiek was toen echter in oorlog met Engeland. De Mentor werd als zo vele VOC-sche- pen door de vijand overmeesterd en opgebracht naar de Engelse wate ren Naerebout wist uit zijn gevan genschap te ontsnappen, en keerde terug naar Zeeland. Daar was ove rigens in die dagen voor een loods geen stuiver meer te ver dienen. De Bataafse Republiek mocht dan wel Vrijheid en Broeder schap hebben gebracht, handel en scheepvaart waren vrijwel geheel stil komen te liggen. In het afgelopen kwartaal hebben zich 24 nieuwe leden aangemeld: Joost J. Bakker, Vlissingen Ir. Ries van den Berg,Vlissingen S. Bostelaar, Middelburg C. van der Burght, Vlissingen C.A. Crucq, Vlissingen C. Dommisse, Vlissingen M.E. Eekhout, Vlissingen G. Huizinga, Vlissingen J. de Jongh, Meliskerke M. Kloosterboer, Vlissingen P. Kuiper, Vlissingen P. Lute, Vlissingen L. de Mooyer, Vlissingen S. Musson, Vlissingen F. Poppe, Vlissingen M.L.G. Raamsdonk, Koudekerke H.R. Rodenhuis, Vlissingen P.P. Rolff, Oost-Souburg W.A. Segeler, Vlissingen J.J. Steketee, Vlissingen GGT immers-VerhoevenVlissingen W.A. Verstraate, Den Haag C.A. van Westen, Vlissingen J.H. van Wijnen, Vlissingen Alle leden namens het bestuur van harte welkom! Het ledental is hiermee gekomen op 379.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1987 | | pagina 17