DE ZEEUWSE SCHEEPSBOUW
TIJDENS DE V.O.C.
19
zomertentoonstelling Stedelijk Museum
W. I
WEBER
De "Vereenigde Oostindische Com
pagnie" was naast een grote han
delsonderneming gelijktijdig zowel
scheepsbouwer, reder als scheeps
bevrachter. Alle zes de kamers
hadden hun eigen werven.De groot
ste bevonden zich in Amsterdam en
Middelburg (l).In totaal heeft de
VOC 1772 schepen gebouwd, waarvan
twee derde gedurende de 18e eeuw.
Een groot deel van die schepen
werd gebouwd in Zeeland.Men bouw
de zowel schepen voor handels
doeleinden, de z.g. 'retoursche
pen', als schepen voor militair
gebruik, om de handelsschepen te
beschermen, de z.g. linieschepen.
De construktie was nagenoeg het
zelfde. De linieschepen hadden
echter minder laadruimte en meer
ruimte voor bemanning en, uiter
aard,geschut (2).Overigens konden
de retourschepen indien nodig tot
oorlogsschepen worden omgebouwd,
zoals met de "Prins Willem" is
gebeurd (3).
De informatie over scheepsbouw
uit die tijd is beperkt. Enerzijds
omdat er nog weinig onderzoek
naar is verricht, anderzijds omdat
schepen min of meer uit ervaring
werden gebouwdzonder gebruik van
bouwtekeningen. Er zijn wel een
aantal vuistregels bekend zoals
de verhouding van de lengte t.o.v.
de breedte van het schip (4 1),
en de lengtes die de verschillen
de schepen mochten hebben. Er zijn
ook een aantal verordeningen be
waard gebleven, echter niet van
tekeningen voorzien. Wat ons rest
zijn enkele schilderijen en prenten
en enkele modellen. Hierbij komt
nog het probleem dat de modellen
en afbeeldingen de schepen in hun
complete staat tonen.Afbeeldingen
van schepen in aanbouw zijn zeld
zaam en specifiek van VOC-schepen
nog zeldzamerOmdat de grote han
dels- en oorlogsschepen qua con
struktie niet wezenlijk van elkaar
verschilden is het goed mogelijk
om bij de bestudering van VOC-sche-
pen af en toe uit te wijken naar
de bouw van oorlogsschepen, zoals
op de Admiraliteitswerf te Vlis-
singen gebeurde (4).
Het bouwen van schepen gebeurde
nagenoeg overal hetzelfde. Na het
leggen van de kiel werden de span
ten aangebracht, waarna de romp
van het schip werd afgebouwd.
Daarna werd het schip te water
gelaten en verder afgebouwd, van
tuigage en eventuele bewapening
voorzien.Het enige grote verschil
tussen de bouw in de Nederlanden
en elders was de te water lating.
In de Nederlanden werd het schip
met de voorsteven naar het water
toe gebouwd op een schuine hel
ling, in het buitenland precies
andersom, dus met de achterzijde
naar het water toe. Het relatief
ondiepe water in Zeeland en Hol
land noodzaakte de scheepsbouwers
hiertoe. Men was bevreesd dat het
veel zwaardere achterschip anders