23 SNAKERIJEN van zilver. Er bestaan ook exem plaren met een a la faijon de Ve- nise geblazen glazen cuppa. Op de cuppa van alle bekers is een com plete miniatuur standaarsmolen ge monteerd.De wieken gingen draaien als door een vóór de molentrap (hierop bevindt zich de molenaar met zijn knechten) aangebracht buisje werd geblazen. Waaruit bestond nu de fun bij het drinken uit een molenbeker? Nadat de cuppa tot de rand was gevuld moest de dorstige voor het zoëven genoemde buisje blazen en de in geschonken wijn leegdrinken binnen de draaitijd van de wieken. De al lergrootste lol ontstond als hij te hard blies, daardoor zich ver slikte en derhalve de opdracht niet volledig kon uitvoeren. Een mislukte poging werd als volgt 'afgestraft': een aan de achter kant van de molen aangebracht wij zertje (vandaar de benaming klok beker) wees het aantal bekers aan dat extra moest worden geledigd. Hieronder nog wat bijzonderheden over de Vlissingse molenbekerZo als reeds opgemerkt is hij geheel van zilver en het molentje heeft het geijkte model. Op de cuppa zijn guirlandes van bladeren en vruch ten gegraveerd en hiertussen be vinden zich drie cartouches waar binnen een paard in een tredmolen (2x) en één waarbinnen een gehar naste figuur met zwaard en de letters S en V (Sint Victor, de patroon van de molenaars). De be ker is in de eerste helft van de 17e eeuw in Amsterdam vervaardigd en het meesterteken van de zilver smid bestaat uit een zwaan. De hoogte bedraagt 25,2 de diameter 8,8 cm. In 1963 is de beker door C. de Ruyter uit Den Haag aan het museum geschonken. Zoals afgesproken nog iets over het hansje in de kelder en het pasglas.Het laatste is een bijzon der hoog bierglas met opgelegde ringen (passen). De bedoeling was het bier tussen 2 ringen in één teug leeg te drinkenNogal smake loos is de achtergrond van het hansje in de kelder (schertsaan- duiding voor het ongeboren kind en gebruikt om de zwangere vrouw des huizes een voorspoedige be valling toe te drinken. Het gaat hier om een drinkschaal (als re gel van zilver) op hoge voet, met in het midden van de bodem een halve bol met van boven een door een dekseltje gesloten opening. Als de schaal met wijn gevuld werd dreef een zich onder bevindend poppetje (hansje) omhoog en druk te het dekseltje open. In de 17e eeuw in Nederland en Duitsland voorkomend Literatuur H.M. v.d. Brink in Cultureel Sup plement NRC Handelsblad 19-8-'87. Th. M. Duyvené de Wit-Klinkhamer/ M.H. Gans; Geschiedenis van het Nederlands zilver; Amsterdam,1965. Elsevier grote Antiekencyclopedie Amsterdam, Brussel, 1977. J.G.N. Renaud; Oud gebruiksaarde- werk; Amsterdam, 1948. Elka Schrijver; Glas en kristal; Amsterdam, 1962. Elka SchrijverZilverBussum1963 Veilingcatalogus, Elvira Chris tie's; Amsterdam, 1985. Winkler prins voor de Kunst; Am sterdam, Brussel, 1959. Zilver in Gemeente bezit;Den Haag 1981.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1987 | | pagina 24