23 werden aangebracht. De voorstellingen (mensfiguren bijv.) stonden op deze z.g. overhoekse tegels uiteraard voor de toe schouwer in het horizontale en/of verticale vlak. De consequentie van het inmetselen van tegels op hun punt was, dat aan de vier zijden van de te betegelen ruimte drie hoekige openingen ontstonden, die van zelfsprekend ook met tegels moesten wor den opgevuld. Duidelijk is dat hiervoor driehoekige tegels nodig waren. Gezien de stand van het pittig getekende heer schap, heeft onze tegel indertijd deel uitge maakt van de onderkant van de tegel wand, heeft a.h.w. met soortgenoten als plint gediend. Zoals boven is opgemerkt zijn er, voor zover we weten, niet eerder driehoekige wandtegels aan het licht geko men. Er moeten er natuurlijk meer zijn ge weest, al dient het aantal, dit vanwege de sporadische aanwending van overhoekse tegels, als zeer klein worden ingeschat. Gaan we na wat in de aan Nederlandse wandtegels gewijde literatuur over over hoekse tegels is geschreven, dan blijkt dit maar heel weinig te zijn. Zo volstaat Dr. C.H. de Jonge met het geven van een aan tal afbeeldingen. Dingeman Korf besteedt wat meer aandacht aan dit onderwerp. Hij maakt in dit verband, kort samengevat, de volgende opmerkingen: 1Overhoekse tegels zijn nooit populair geweest omdat de tegelzetter voor het op vullen van de randen vierkante tegels moest versnijden en hierdoor ging veel ma teriaal verloren. 2. De gewoonte tegels overhoeks te plaat sen is geinspireera op de 17e eeuwse kwadraattegels. 3. Overhoekse tegels zijn gemaakt in Harlingen, naar alle waarschijnlijkheid in de werkplaats van Pytter Grauda. Het argument van Korf dat voor de afwer king van de randen van een tegel in alle gevallen een aantal tegels moest worden versneden en zodoende veel materiaal sneuvelde, wordt door de 'Viissingse' tegel geheel en al ontzenuwd. Als we afbeel ding 2 bekijken, dan zien we duidelijk dat de tegel aan de achterkant is ingesneden. In de gedroogde maar nog aangebakken tegel moet de kleivormer met het tegelmes een diagonale incisie hebben gemaakt van in gebakken toestand ca 7,7 mm, dit op een totale dikte van 12 mm. Nadat de tegel, nog altijd in zijn vierkante gedaante, voor de eerste maal gebakken was, werd dit z.g. biscuit van een tinglazuur voorzien en doormiddel van een spons (schabloon) gedecoreerd. Hierna ging de tegel voor ae tweede maal de oven in. Het eindpro- dukt met de ingekerfde achterkant kon de Afb.2. Zijaanzicht overhoekse tegel met insnijding.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1988 | | pagina 24