9
Vlissingen in de 18e eeuw
Uit: De Tegenwoordige
Staat der Nederlanden
1751
Er was van lieverlede een literaire traditie
ontstaan, waarschijnlijk onder invloed van-
de dichter/schepen Jan Guépin. In 1764
werd er door een aantal mensen een
"Nederduitsch leesgezelschap" opgericht
in 1765 gevolgd door een "Fransen lees
gezelschap". Op 21 januari 1768 kwam
er nog een genootschap bij: het
"Genootschap ter bevordering van nuttige
Kunsten en Wetenschappen te Vlissingen".
Uiteindelijk zou dit alles resulteren in 1769
in de oprichting te Vlissingen van het
"Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen" met als initiatiefnemers: Ds.
David Henry Gallandat, Dr. Jona Willem te
Water, Ds. Justus Tjeenk en Mr. Isaac
Winkelman. De stichting van deze genoot
schappen was een uitvloeisel van de geest
der Verlichting, zoals die ook in andere
landen aanwezig was. Vanuit Engeland en
Frankrijk werden de ideeën van Locke,
Rousseau en Voltaire verspreid en onder
andere in dit soort genootschappen be
sproken.
GEESTELIJK LEVEN
Evenals elders in de Republiek beheerste
de Nederduitsch Gereformeerde kerk het
geestelijk leven in de achttiende eeuw te
Vlissingen. Het merendeel der bevolking
hoorde ook tot dat kerkgenootschap. De
kerkeraad kon de zaken goed in de hand
houden door middel van censura morum,
enkele uitzonderingen daargelaten.
Een daarvan veroorzaakte ene Elisabeth
Bekker op zeer jeugdige leeftijd. Zij ging
er met een jong vaandrig vandoor. Beiden
werden daarvoor door de kerkeraad ern
stig vermaand. Later zou deze Elisabeth
nog meer van zich laten horen door mid
del van haar geschriften maar dan onder
de naam Betje Wolff.
Voor andersdenkenden was er ruimte, zij
het beperkt. Zo kregen de Luthersen in
1735 wel toestemming om een kerkge-
bouwtje te stichten, de katholieken tussen