DE JEUGDJAREN
VAN ELISABETH BEKKER
IN VLISSINGEN
W. VAN NASSAU-DAMEN
Elisabeth Bekker werd geboren in Vlissin-
gen op 24 juli. 1738. Zij was de jongste
in het gezin Bekker. Haar vader was een
welgestelde koopman. Verder had zij nog
3 broers en een zuster. Het geboortehuis
van Elisabeth Bekker stond aan de Nieu-
wendijk, op de hoek van de Lombardstraat
(thans nr. 21en stond bekend als het huis
met "de Zonnewijzer". Helaas is het pand
in de oorlog zwaar beschadigd en daarna
afgebroken. De familie Bekker bezat ook
een klein zomerhuisje aan de Kleiweg van
Vlissingen naar West-Souburg.
Eind 1751 sterft haar moeder en na deze
gebeurtenis verhuist het gezin Bekker naar
een woning aan de Bakkersgang bij de
Lange Noordstraat (thans Molenstraat).
Omstreeks deze tijd heeft zij reeds contac
ten met Jean Guépin en Ds. Samuël Huet,
twee mensen die in 1753 het genoot
schap van Taal- en Dichtkunst "Conamur te
nues grandia" (Wij streven naar het groot
se) oprichtten.
Op 1 ó-jarige leeftijd laat Betje zich uitteke
nen met in haar hand een boek van haar
lievelingsauteur Alexander Pope: 'An essay
on man'. Op dit portret, een van de weini
ge afbeeldingen van haar, kijkt een jonge
vrouw je aan met een vaste en scherpe
blik: een zelfstandige vrouw, die voor haar
mening kan en durft uit te komen.
Hoe zelfstandig zij was bleek wel uit het
feit dat zij op 25 juli 1755, net 17 jaar
geworden, mee ging met haar geliefde de
jonge vaandrig Mattheus Gargon. Toch
keerde zij reeds in september van datzelf
de jaar weer terug naar huis. Uiteraard
vond men dit een groot schandaal, het
was het gesprek in Vlissingen. Haar eigen
broer Laurens, die behoorde tot 'de fijnen',
maakte er werk van en op 9 september
1755 werden Betje en Mattheus door de
kerkeraad onder 'censuur' gesteld, wat zo
veel wil zeggen als buiten de kerkgemeen
schap gesteld. Deze censuur duurde voor
Betje tot 1 mei 1756 en voor Mattheus
Gargon tot 17 december 1757.
Uit 1755 stamt ook het oudst bekende
handschrift van Betje, een verjaardags-