KERKGEBOUWEN VAN DE ROOMS KATHOLIEKEN IN VLISSINGEN 8 A.M.l. SCHUTIISER Als we over de kerkgebouwen praten, die er in de loop der eeuwen zijn geweest in Vlissingen, dan moet men weten dat de oorsprong van Vlissingen ligt waar nu de Watertoren staat. Deze nederzetting werd Oud-Vlissingen genoemd. De overlevering geeft 927 als stichtingsjaar van deze plaats. Het eerste jaartal dat dokumenten geven is 1 247. In deze dokumenten wordt ook de kerk van Oud-Vlissingen genoemd. Volgens gegevens, die zich in het Vaticaans Archief te Rome bevinden, zou de kerk van Oud-Vlissingen zijn toegewijd aan Sint Petrus. (Sint Petrus was de patroon van de vissers.) De kerk was gelegen op een plaats waar nu de Badhuisstraat loopt, ongeveer bij het stadhuisplein. De kerk was omgeven door een kerkhof in de vorm van een rechthoe kig trapezium met de scherpe hoek naar het zuiden. De pastorie ("Papenhuis" gehe ten) stond ten zuidwesten van de kerk. De kerk bestond uit twee delen, een hoog en een laag gedeelte. Het hoogste deel, waarin het priesterkoor met twee of drie ra men, had aan beide zijden drie vensters. De toren stond tegen de kerk en had over- hoekse steunberen en een spits in pvrami- devorm. Het lagere deel had aan beide zijden twee ramen. In de oorkonde van 1 247 komt de kerk van Oud-Vlissingen voor als dochterkerk van West-Souburg. De abt van Middelburg, van de O.L.Vrouweabdij, had van ouds het recht bij een vacature de pas toor (cureit) en de vicarissen ter benoeming voor te dragen. Het benoemen geschied de door de aartsdiaken van de Dom te Utrecht, onder wiens ressort Zeeland viel. Toen de graaf van Holland, Willem de Derde (1287-1337), besloot een nieuwe haven te doen graven, was het met Oud- Vlissingen gedaan. En met de nederzetting was ook de kerk van minder betekenis ge worden. Bij de nieuwe haven werd ook een nieuwe stad gebouwd. En vanzelf ook een nieuwe kerk. Omdat we weten dat Walcheren zeer veel van de beeldenstorm te lijden heeft gehad, waarbij geen enkele kerk gespaard bleef, kunnen we veilig aan nemen, dat ook de kerk van Oud- Vlissingen heeft meegeleden. In 1572 wordt als laatste pastoor Jan Pietersz. van Floreef genoemd, kanunnik van de abdij van Middelburg. Op een kaart van 1589 zijn kerk en toren niet meer afgebeeld, zo dat men kan aannemen, dat de afbraak moet gesteld worden tussen 1572 en 1589. Rond 1328 werd in de nieuwe plaats Nieuw-Vlissingen door de graaf ook een kerk gesticht. Zij werd gebouwd aan de oostzijde van de nieuwe haven. De kerk was waarschijnlijk toegewijd aan Onze Lieve Vrouw. Het was in die tijd gebruike lijk de toegangsweg naar de kerk te noe men naar de patroonheilige van de kerk: de Vrouwestraat. Later werd de kerk omge doopt en toegewijd aan Sint Jacob, met als gevolg, dat een andere toegangsweg naar deze heilige werd genoemd: de Sint Jacobsstraat. Dit gebeurde waarschijnlijk in 1490 door de abt van Middelburg. In die tijd was de kerk grotendeels herbouwd en uitgebreid. Volgens deskundigen had de kerk in de loop der eeuwen verschillende tijdperken

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1989 | | pagina 11