9
Interieur St. Jacobskerk met zijkapellen. Hierin
bevonden zich de gildealtaren. Foto collectie
Gemeentearchief Vlissingen.
van bouw en uitbreiding gekend. Zo zou
de toren tot de transen en het priesterkoor
uit de 14e eeuw zijn. Bij de bouw had de
kerk een middenschip met een even breed
priesterkoor en twee zijbeuken. De toren
moet tegen de westgevel hebben gestaan.
Het oudste gedeelte is nog te zien aan de
raamomlijsting. Deze is gemaakt van bak
steen. Bij de nieuwbouw werd de bak
steen afgewisseld met natuursteen.
Bij de uitbreiding in 1490 werd o.a. de
westmuur verplaatst, zodat de toren in de
kerk werd opgenomen. Aan iedere zijde
werden vijf gildekapellen bijgebouwd.
Tevens werden twee transepten of kruisbeu-
ken bijgebouwd, zodat een kruiskerk ont
stond. De beuk tegenover de Vrouwestraat
had een bijzondere functie, daar op het
dak een sptis torentje was gebouwd met
een ijzeren kruis en verguld vaantje: de
Mariakapel.
In 1501 werd de spits van de toren ver
vangen door een opbouw met Iwee tran
sen. Van het interieur in deze tijd is zo
goed als niets bekend. Ook niet van de
gildekapellen. Een ervan was het schip
persgilde met als schutspatroon St.
Christoffel. Verder was een van de kapel
len toegewijd aan het Heilig Kruis.
Rondom de kerk werd een nieuwe pastorie
gebouwd aan de noordzijde van de kerk
met daarbij een sakristie en een kosterswo
ning. Vanuit de sakristie kwam men door
een ingang, de Priesteringang, in de linker
zijbeuk voor het dwarsschip in de kerk.
Het jaar 1566 werd een rampjaar voor
de kerken. Ook Vlissingen had, mede door
de slappe houding van het stadsbestuur te
lijden van de beeldenstorm. In augustus
van het jaar 1566 werd alles in de kerk
kapotgeslagen. Een beeld, dat van de H.
Christophorus, patroon van de schippers,
werd op verzoek gespaard en in veilig
heid gebracht. Door toedoen van het
stadsbestuur werd veel terug geplaatst en
konden de katholieken hun godsdienst
plichten weer vervullen. Dat bleek echter
van korte duur...
Pasen 1572 bastte de bom. Kerk en pas
torie werden overgenomen door de
Calvinisten. De uitoefening van de katho
lieke eredienst werd verboden. Voor de
katholieken was er een zeer moeilijke tijd
begonnen. Diverse pogingen werden on
dernomen om een eigen kerk te krijgen,
maar dit werd steeds tegengewerkt. De