DOMINEE IN VLISSINGEN
A.H.VAN DIIK
Als we over een Vlissingse dominee gaan
praten moet ik steeds aan Hartjes denken,
wiens leven als een rode draad door de
geschiedenis van de stad loopt. Hij had
ier in 1928 nauwelijks zijn intrede ge
daan of hij werd een van de bemidde
laars in de grote staking van de Koninklijke
Maatschappij De Schelde. Hij slaagde
erin de Iwee partijen weer rond de tafel te
krijgen. Hij dankte daar zijn naam "De
rooie dominee" aan.
Later werd hij voorzitter van de midder
nachtzending in Vlissingen. Een van de
doelstellingen was de bestrijding van on
tucht. Er was toen een prive-club aan het
Bellamypark met een stille ingang in het
Pieter de Wachterslop naast het cafe van
B. Roedoe (Achter de Kerk). Er waren ver
halen dat Vlissingse notabelen zich daar te
buiten gingen aan spelletjes, die niet door
de beugel konden. Hartjes heeft daar een
inval laten doen. Het werd een geweldig
schandaal. Omdat ook de commissaris
van politie in opspraak was geraakt be
landde de zaak in de doofpot, maar bij
ons aan tafel werd er nog lang op bedek
te manier over gesproken.
Wij woonden destijds in hetzelfde rijtje op
de Boulevard tussen de Bomvrije en
Naerebout. Zijn zoontje Pim was speelka
meraadje. Ik herinner mij Hartjes nog als
een wat dikkige man met een volle stem.
Dat kwam goed van pas als het op een
zondagmiddagdienst in de Sint Jacobskerk
wel eens erg stil was. Hij kon dan vanaf
de kansel toch een krachtig lof-lied laten
klinken, wat het grote orgel maar met
moeite kon overstemmen.
Hartjes was het, die de eerste barst in
onze zondagsheiliging deed ontstaan.
Wij waren van dezelfde kerk en mochten
op zondag eigenlijk niets. Niet naar het
strand, niet zwemmen, niet fietsen, niet
hoepelen, tollen of rolschaatsen. Je kon het
zo leuk niet bedenken of het mocht niet.
Maar de step was in opkomst. Niet zo'n
klein houten stepje, maar een echte auto
ped met luchtbanden. Pim was de eerste
in de buurt die er een kreeg en de domi
neeszoon stepte daar op zondag gewoon
mee over de Boulevard. Dat gaf bij ons
thuis een hele opschudding en het argu
ment dat Pim "niet helemaal goed" was
ging voor ons niet op. Daarna is het met
ae zondagsrust steeds verder bergafwaarts
gegaan. In de Meidagen van 1940 bom
bardeerden de Duitsers al op zondag en
verwoestten daarbij zelfs de Apostolische
kerk aan de Singel. Wij zeiden toen al
dat het nog eens slecht met hen zou aflo
pen.
In de Mobilisatie van 1939 meldde
Hartjes zich spontaan als veldprediker. Dat
lijkt erg militant, maar vergeet niet dat hij
in de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk al
als veldprediker in de loopgraven had ge
staan. Nu vond men in Vlissingen wel aat
onze jongens in het leger ook recht had
den op geestelijke verzorging, maar om
daar je eigen dominee voor af te staan
ging de kerkeraad te ver. Ik zie Hartjes
nog over de Boulevard fietsen in zijn
buitenmodel uniform, met een rijbroek met
die zijflappen en zwarte leren beenklep-
pen. Een veldgroene kepi op het hoofd en
een dikke sigaar krijgshaftig tussen de lip
pen geklemd, en dat op ae eerste witte
fiets in Vlissingen. Tijdens de mobilisatie
werden ook de eerste verduisteringsoefe
ningen gehouden, en bij nacht en ontij
zouden ze hem dan niet kunnen zien.
Daarom had hij zijn Fongers fiets wit laten