5
DOMINEE IN VLISSINGEN
schilderen, en als hij dan zijn sigarenpeuk
zou laten opgloeien, zou hij in net duister
goed zichtbaar zijn.
Na de Meidagen van 1940 werd het
Nederlandse leger gedemobiliseerd en
keerde Hartjes weer naar zijn kudde terug,
maar de verhouding was verstoord. Op
Nieuwjaarsdag 1941 woonde Hartjes
nog op de Boulevard. Wij waren al ver
huisd wegens het gevaar voor het aan
spoelen van zeemijnen die door de herfst
stormen waren losgeslagen. De Royal Air
Force gooide op die avond drie bommen
op de Boulevard. Een in het wegdek, een
tweede sloeg dwars door ons vroegere
huis en ontplofte bij de buren in het souster-
rain en de volgende viel op het huis van
Hartjes. De kachel viel om en er ontstond
brand. De grote grijze brandweerauto's
van de Duitse Feuerwehr, die op het vlieg
veld waren gestationeerd, waren het eer
ste ter plaatse maar hun slangen pasten
niet op het waterleidingnet en de
Vlissingse brandweer moest het blussen
overnemen. Het huis brandde helemaal af
evenals de huurpanden. Er stond een straf
fe oostenwind en het vroor dat het kraakte.
Na het blussen was alles ijs en konden de
bevroren slangen niet worden opgerold.
Ze moesten de volgende morgen op de
schouders worden afgevoerd. Ondanks de
gewelddadige manier waarop de R.A.F.
ons een gelukkig 1941 had gewenst bleef
ons vertrouwen in de geallieerde zaak on
geschokt. Ook toen een week later bij een
nachtelijk bombardement de kapel van het
Sint Josefziekenhuis werd getroffen, waar
bij drie nonnen tijdens het gebed werden
gedood.
Ook het vertrouwen van Hartjes was onge
schokt en hij trok steeds vollere kerken. Hij
stond er om bekend dat hij vanaf de kan
sel ongezouten kritiek leverde op de Duitse
maatregelen tegen de Joden en zijn vader
landsliefde niet onder stoelen of kerkeban-
ken stak. Dat was dom en omdat we wis
ten hoe gevaarlijk dat was luisterden wij
gretig naar zijn boodschap. Maar ook de
N.S.B. stond soms achter in de kerk mee
te luisteren. Op 4 mei 1942 werden door
de Sicherheitspolizei 460 Nederlanders
gearresteerd. De N.S.B. mocht daarvoor
ae slachtoffers uitzoeken. De keuze in
Vlissingen was niet moeilijk. Hartjes werd
opgepakt omdat hij het kerkvolk opruide te
gen de bezetter. Hij werd als gijzelaar in
Sint Michelsaestel opgesloten en kwam
pas anderhalf jaar later met Kerstmis 1943
vrij.
Pas na de oorlog zagen we Hartjes weer
terug. Ik zie hem nog zitten met zijn hoofd
voor het W.C.-raampje. Ik moet dat even
uitleggen. Wij woonden al weer op de
Boulevard, maar bij de beschietingen wa
ren alle ruiten aan de voorkant gesneu
veld. In heel Vlissingen was geen stukje
glas te krijgen, dus waren alle ramen met
oude planken dichtgetimmerd. Op een
tocht over het ondergelopen eiland had
den we een W.C.-raampje opgevist, waar
het glas nog in zat. Thuis gekomen hebben
we toen een rechthoekig gat in de planken
gezaagd en daar het raampje inqespij-
kerd. En als we bezoek hadden mocnt dat
altijd op de stoel achter het raampje zitten
zodat het naar buiten kon kijken en van het
uitzicht op zee kon genieten.
In 1953 kwam een nieuwe rampspoed.
De stormvloed zette de binnenstad onder
water en in de Sint Jacobskerk stond twee
meter zeewater. In dat jaar verliet Hartjes
Vlissingen, na 25 roerige jaren. Hij ging
met emeritaat. Een man met grote capaci
teiten, die vriend en vijand steeds weer
bleef verrassen met zijn eigenzinnig optre
den.