VERLOREN INDUSTRIEEL
ERFGOED
14
IR. I.H. SINKE
In december 1988 maakte de slopersha
mer een einde aan de oude smederij van
de Kon. Mij. De Schelde. Hiermee verloor
Vlissingen een van de laatste restanten van
historische bedrijfsbebouwing. Door de ja
ren heen bepaalde deze categorie gebou
wen mede net karakter van Vlissingen als
haven- en werkstad.
De stad, besloten door stadswallen, werd
lange tijd bepaald door de struktuur van
de havens. In de direkte omgeving van
deze havens bevonden zich pakhuizen,
werven, nijverheids- en handelsgebouwen.
Hiernaast ontstonden met name in de 19e
eeuw de marineaktiviteiten die zich con
centreerden rond Het Dok: een in de 17e
eeuw vergraven onderdeel van een oude
stadsvest. Nadat, door verplaatsing van
de marinebasis naar Den Helder als een
gevolg van de vestingwet van 1 867 en de
opening van nieuwe, grote havens buiten
de stad aan het Kanaal door Walcheren
in 1873, de stad dreigde te verstillen,
bracht de vestiging van een scheepswerf
nieuwe aktiviteiten.
In 1875 vestigde scheepsbouwer Arie
Smit een stoommachinefabriek en een
scheepsreparatie en -nieuwbouwwerf op
een deel van de verlaten marinewerfterrei
nen rond Het Dok. Hierbij werden een
deel van de oude bedrijfsgebouwen en de
hellingen weer in gebruik genomen. Een
grote Drand in 1 881waarbij onder ande
re de machinefabriek, de modelmakerij en
kantoren verloren gingen, betekende een
zware slag voor net jonge bedrijf. Arie
Smit echter toonde zich een voorlvarend in-
dustriëel, die de tegenslag te baat nam
door een, voor die tijd (1882/1883),
zeer moderne nieuwe machinefabriek aan
de huidige Aagje Dekenstraat te laten bou
wen.
De architektuur toonde de voor industriege
bouwen gebruikelijke rondboogvormen in
traditionele, zware, bakstenen gevels.
Inwendig bleek het echter een vooruitstre
vend bouwwerk met grote, vrije ruimten,
mogelijk gemaakt door de toepassing van
gietijzeren kolommen en ijzeren overspan-
ningsconstrukties. Ruim gebruik van glas in
de kopgevel en in lichtstraten in het dak
betekenden een vooruitgang in werkom
standigheden door een ongekende dag
licht-toetreding.
De modernisering schreed voort en in
1 884 werd de oude koperslagerij/smede-
rij aan het huidige Betje Wolffplein vervan
gen door een nieuwe smederij. Hierbij
werd, zij het in detaillering iets versoberd,
de architektuur van de machinefabriek
overgenomen. De gevel van het gebouw
volgde, evenals zijn voorganger, de grens
van de bedrijfsterreinen. Hierdoor ontstond
de unieke en in de loop der jaren karakte
ristiek geworden rond-lopende gevel met
boograam velden. Ook in dit gebouw
zorgden een grote band met glaswerk bo
ven het gevelmetselwerk en grote ramen
voor veel daglicht in een ruime, door ijze
ren vakwerkconstrukties overspannen be
drijfshal. Bij een interne verbouwing in
1905 werden 28 open smeedvuren inge
richt en was de smederij weer "bij de tijd".
Samen met andere gebouwen en muren
ontstond een steeds meer aaneengesloten
bedrijfsgebouwen-gordel rond Het Dok.