MUSEUMBIBLIOTHEEK
28
E. OOMENS-PALS
Bolten, J.: Het Nederlandse bankbiljet en
zijn vormgeving (met een lijst van de door
de Nederlandsche Bank uitgegeven bank
biljetten, samengesteld door J. Soetens);
Amsterdam, De Nederlandsche Bank,
1987.
Het waardepapier sinds 1814 door de
Nederlandsche Bank in omloop gebracht
kan op vele manieren worden bekeken. In
1986 verscheen de door de Bank uitgege
ven monografie "Het Nederlandse bankbil
jet in zijn verscheidenheid". In een hoofd
stuk daarvan werd het kunsthistorisch
aspect belicht door J. Bolten.
Aan diens beschouwing ging veel onder
zoek vooraf. De archieven bleken een
overvloed aan kunsthistorisch materiaal te
bevatten, welke een zelfstandige publikatie
van de studie rechtvaardigde. Door de me
dewerking van de Nederlandsche Bank is
het voor Bolten mogelijk geworden "Het
Nederlandse Bankbiljet in zijn vormgeving"
te laten verschijnen. Het geeft een volledi
ge beschrijving van alle Nederlandse
bankbiljetten alsmede de daaraan vooraf
gaande ontwerpen. Het werk van Bolten is
aangevuld met een lijst van door de
Nederlandsche Bank uitgegeven bankbil
jetten, samengesteld door ae voormalige
archivaris van de Bank, P.J. Soetens.
Soetens presenteert alle 149 biljetten die
in opdracht van de Nederlandsche Bank
van 1814 tot 1985 zijn vervaardigd. De
biljetten, die naar waarde zijn gerang
schikt, worden uitvoerig besproken.
Bolten behandelt hetzelfde materiaal op
een geheel andere wijze. Hij legt de na
druk op de esthetiek van het Nederlandse
bankbiljet. Zijn verhaal begint bij het in
1814 uitgegeven Roodborstje en eindigt
bij de Vuurtoren uit 1985.
Bij de "geboorte" van ieder bankbiljet zijn
drie partijen betrokken. Opdrachtgever de
Nederlandsche Bank, uitvoerder Johan
Enschedé en Zonen en de ontwerper.
Bolten schetst de verhoudingen tussen deze
partijen, die vaak niet geheel vlekkeloos
verlopen.
Bij de eerste bankbiljetten, de
"Roodborstjes", is nog nauwelijks sprake
van een artistiek eindprodukt. Maar dit ver
andert. Langzamerhand ontwikkelen de
ontwerpers zich van simpele ambachtslie
den tot creatieve kunstenaars. Maar dan
komen de problemen. De steeds beter wor
dende ontwerpers stellen eisen aan de uit
voerder, waaraan deze niet kan of wil vol
doen. De firma houdt liever vast aan
gemakkelijke of traditionele ontwerpen en
komt met bezwaren van "technische" aard.
Volgens Bolten werd het artistiek ontwerp
van vele bankbiljetten op deze wijze terug
gebracht tot een saai drukwerk. Aan de
nand van vele ontwerpschetsen kan de le
zer hierover zelf een oordeel vellen.
Uiteindelijk (na bijna 100 jaar ergernis)
lukt het Oxenaar om de techniek naar zijn
hand te zetten en met hem zijn alle partijen
gelijkwaardig geworden.
Het boek is op groot formaat uitgevoerd,
waardoor alle afoeeldingen goea tot hun