OPTISCHE TELEGRAFIE
13
van Binnenlandse Zaken gaf aan de heer
A. Lipkens, hoofdingenieur bij het kadaster
opdracht zo'n Telegrafische Gemeenschap
te ontwerpen. Hij bedacht een seintoestel
met zes tenen schijven van l 20 cm diame
ter, die onafhankelijk van elkaar verdraaid
konden worden. Door de combinatie van
de cijfers 0 t/m 999 en 25 letters van het
alfabet kon men met behulp van een sein
boek ongeveer 25.000 van de meest ge
bruikte woorden overseinen. In september
1831 was de lijn naar 's-Hertogenbosch
gereed. Deze werd in l 832 via Bergen
op Zoom en Bath uitgebreid tot Lillo en
Vlissingen. In Vlissingen werd hij op het in
1969 afgebroken Marine Arsenaal ge
plaatst. In 1833 volgde nog een uitbrei
ding via Koudekerke naar Domburg. In
l 839 is deze telegraaflijn opgeheven.
Met de komst van de elektrische telegrafie
omstreeks l 850 leek de berichtgeving met
optische seinen overbodig. Toch waren
omstreeks l 890 bij de marine en de land
macht nog armseintoestellen in gebruik.
Op een lange mast waren aan een hori
zontale steun twee beweegbare vleugels
bevestigd, die via kabels en katrollen be
neden bediend konden worden om ze in
de juiste stand te zetten. Er bestaan an
sichtkaarten van het oorlogsschip Reinier
Claessen in de Buitenhaven en in de slui
zen van Vlissingen waar duidelijk zo'n
seintoestel op te zien is. Op ansichtkaarten
uit omstreeks 1910 en 1915 is er een op
de Gevangentoren te zien.
Lichtseinen en vlaggeseinen hebben zich
tot op de dag van vandaag weten te
handhaven. Het Loodswezen gebruikt nog
altijd de rode en groene seinlichten om
aan te geven dat de loodsdienst geheel of
gedeeltelijk gestaakt is. De baders op het
Badstrand worden met vlaggen gewaar
schuwd over de getijden en of ze met rub
berboten in zee mogen.
Literatuur:
- Betz, J; Die Optische Telegraphie; die erste
bedeutungsvolle Methode rascher
Informafionen. Die BASF, 19(1969)p. 157-
162.
- Brink, E.A.B.J. ten; De optische telegraaf van
Claude Chappe en zijn toepassing in
Nederland tijdens de inlijving. Publicaties van
het Genootschap voor Napoleontische studiën;
afl. 10 juli 1957.
- Brink, E.A.B.J. ten, en C.W.L. Schelle;
Geschiedenis van de Rijkstelegraaf; 1852-
1952. 's-Gravenhage, 1954.
- Figuier, L; Les Merveilles de la Science, deel
2. Paris, 1868; Le Telegraphe Aerien, p. 1-68.
Gijsberti Hodenpijl, C.F.; De aanlegging van
den optischen telegraaf in ons land. De
Navorscher, 1919.
- Hazelhoff Roelfzema, H; De Schelde in de
Franse tijd, 1794-1814. Toelichting op de ge
lijknamige tentoonstelling in 1986 in het Ned.
Scheepvaartmuseum, Amsterdam.
- Lammerts, M.D.; Telegrafische gemeenschap
in ons land van 1831-1839. Ons Leger, 35
(1951)7.
- Oberiiesen, O.; Informafionen, Daten und
Signale; Geschichfe technischer
Informationsverarbeitung. München, 1982.
- Porlange, M.; Les signaux de la defense des
cötes en Belgique, aux Pays-Bas et en
Allemagne sous l'occupation Francaise (1794-
1814). La Haye/Bruxelles, 1968.
- Rignalda, W.; De optische telegraaf in
Nederland, p. 5-1 1(telegraaf van Lipkens).
- Staring, W.C.A.; De optische telegrafen in
Nederland. Tijdschr. v.h. Kon. Instituut van
Ingenieurs. Den Haag, 1891. p. 279-283,
met plaat 19.
- Vasseur, J.P.; De kerktoren van Melsele; scha
kel in de Chappe telegraaflijn. Tijdsch. "Het
Land van Beveren" deel 24 (1981), p. 138-
149.
- Verslag betrekkelijk de Telegraphische
Gemeenschap; opgemaakt door de 1 e
Luitenant Ingenieur belast met het beheer dezer
gemeenschap; G. Jooss. 's-Gravenhage, den
23sten Sept. 1834. Alg. Rijksarchief,
No.2.13.3, Oorlog. Archief telegrafische ge
meenschap; inv. no.4, door E. Ludwig. Les
Clayes sous Bois, Frankrijk, 27 mei 1986.