9
VLISSINGEN ONDER DE WAPENEN
ken te vullen. Het weitje achter ons huis,
dat sedert Napoleon braak had gelegen,
werd voor het eerst omgeploegd en om
heind en een nieuw tegelpad voerde van
het Pesthuis naar de latrines van de kazer
ne, in de laagte van de Boulevard. Daar
stonden ook de blikken schalen met walvis
traan te geuren, waarin de soldaten hun
"kistjes" (schoenen) weer soepel en water
dicht konden maken.
De militairen stonden erg in de belangstel
ling en werden "onze jongens" genoemd.
Voor de radio klonken populaire schlagers
als "Blonde Mientje heeft een hart van prik
keldraad..." en "Rats, kuch en bonen, dat
is het soldatendiner..." en "Voorop daar
loopt de kapitein, ki-, ka-, kapitein...". In
de zomervakantie leerden we alle solda
tenliedjes uit ons hoofd en oefenden ze ie
dere avond met onze gedienstige. Voor
veel vaders was het een angstige tijd,
want menig Walchers meisjeshart ging
sneller kloppen bij het zien van al die uni
formen en het waren onzekere tijden. De
dominees riepen van de kansel de gelovi
gen op na de kerkdienst de militairen mee
naar huis te nemen voor de koffie of 's
avonds uit te nodigen.
Ik was padvinder en het verkennen zat ons
in het bloed. Maar wat moest je denken
van die twee broers uit Schiedam, die ie
dere zomervakantie bij hun tante op de
Boulevard kwamen logeren, een paar hui
zen van ons vandaan? Ze waren nu in de
Jeugdstorm en begluurden vanuit hun por
tiek de schepen, die langsvoeren op weg
naar Antwerpen en noteerden de namen
en nationaliteiten. Was er toch een vijfde
colonne?
Op een prachtige dag gingen wij met
onze ouders naar het strand bij Dishoek.
De fietsen bleven aan de landzijde met
kranten over de banden voor de felle zon.
Na een steile klim over de hoogte zochten
we op het strand een plekje reent onder de
kustbatterij met drie stukken van 15 cm. Ze
waren juist aan het schieten. Een grijs
sleepbootje trok een vlot langs de kust.
Daarop was als doelwit een rood-wit
scherm geplaatst. We hoopten natuurlijk
stilletjes dat het vlot een keer geraakt zou
worden, of misschien zelfs het sleepbootje,
maar het bleek al moeilijk genoeg om het
scherm te raken. Soms ketsten de granaten
op het wateroppervlak en huppelden dan
verder de Westerschelde op. Bij ieder bul
derend schot boven ons hoofd zeilde een
dikke kartonnen schijf omlaag. Die was
verschroeid en rook naar kruitdamp. Ik
denk dat die achter de granaat had geze
ten. We holden om het hardst over het
strand om die te vangen. Tijdens een vuur-
pauze ben ik tegen het duin opgeklommen
om die kanonnen eens van dichtbij te be
kijken en belandde zo vlak voor de vuur
monden. De stuksbemanning begon te
schreeuwen alsof ze de vijand zagen. De
oefening was kennelijk nog niet afgelopen.
Toen we 's avonds naar huis gingen vond
ik achter de duinen ook nog een leeggelo
pen traangasgranaat voor mijn oorlogsver
zameling. Een dag om nooit meer te ver
geten.
De mobilisatie was een heerlijk begin van
het schooljaar want de school was gevor
derd en wij hadden vrij. De klaslokalen
waren leeggehaald om de dienstplichtigen
te legeren. Toen de school na een poosje
weer werd vrijgegeven en alle stro was
opgeruimd kwam Jopie Gugelot met een
vlo thuis. Zijn vader schreef een brief naar
school met de vraag of die vlo wellicht uit
het leger was gedeserteerd. De directeur
riep ons bijeen en las de brief voor. Hij
was diep gegriefd door de smet die hier
mee op ons dappere Nederlandse leger
was geworpen en jopie stond voor schut.