10
zoodat er in de ontzaglijke ruimte, die in
twee afdeelingen, ketel- en machinefabriek,
gescheiden is, eene aangename en volstrekt
niet benauwde temperatuur heerscht.
Wanneer men eenigszins bekomen is van
den gehoor- en gezichtbedwelmenden in
druk, teweeggebracht door tallooze ratelen
de, knarsende, snorrende en piepende
wielen, schijven, raderen, rondsels en as
sen, begint men zich meer en meer te ver
bazen over het aan 't wonderbare gren
zend vermogen van het menschelijk
vernuft in de toepassing eener enkele be
weegkracht, die door breede drijfriemen
op allerlei werktuigen, waaronder zonder
ling gevormde logge monsters van gegoten
ijzer, overgebracht wordt. Ontelbare ge
dachten dwarrelen voorbij onzen geest;
men heeft geen oogen genoeg om te zien,
en nauwelijks besef om te kunnen bevat
ten, wat door verschillende toestellen en
kunstige verdeeling van den arbeid in deze
fabriek door tien stoommachines met der
tien ketels wordt verricht. Een kletteren en
rommelen boven uw hoofd trekt de aan
dacht, en ge aanschouwt daar eene zooge
naamde loopkraan, bestemd om voorwer
pen van hoogstens 50.000 kilogr. zwaarte
van de eene plek van het gebouw naar de
andere te brengen. Langzaam doch gere
geld beweegt zich het machtige werktuig
over de op 13 M. hooge zuilen bevestigde
langsliggers, en als met leven bezield om
klemmen stevige, aan zware kettingen be
vestigde haken, gelijk de scharen eener
kreeft, de op te heffen massa, en voeren
die zonder zwaaien of slingeren mede, om
ze met even weinig schokken neer te zet
ten waar ze wezen moeten. In dezelfde
werkplaats is een draaibank van ruim an
derhalve meter center-hoogte, die 65.000
kilogr. weegt en op een sterke betonfunde-
ring rust. Met wonderlijke vaardigheid weet
men door dit "veelvingerig kunsttuig" aan
de zwaarste stukken tot in de minste bij
zonderheden den netsten vorm te geven.
Wat verder ziet men een schaafbank, waar
op stukken metaal van vier meters in het
vierkant als kinderspeelgoed behandeld
worden. Ginds staat eene horizontale boor
machine de grootste welke tot dusverre van
dit model bestaat; elders beschouwen wij
zaagtoestellen, waarvan sommige deelen
met zulk een snelheid omwentelen, dat zij
voor een ongeoefend oog schijnen stil te
staan, wat een leek wel eens tot eene ge
vaarlijke onvoorzichtigheid verleiden kon.
Een ander werktuig in de ketelmakerij is in
staat om in twee stoomketels te gelijk de
gaten voor klinknagels te boren. Vroeger
feschiedde zulks voordat de ketels in el-
ander werden gezet voor elke plaat afzon
derlijk; doch de nu gevolgde wijs schijnt
veel beter te voldoen. Voor het klinken
der ketels worden hydraulische toestellen
gebezigd, door welke de gloeiende nagels,
schier zonder gedruisch, naar den verlang
den vorm in de gaten worden geperst. In
de fabriek bevinden zich twee dezer werk
tuigen, waarvan het eene in de oude ketel
makerij desgevorderd een druk van 50.000
kilogr. kan geven; een ander in de nieuwe
ketelmakerij wordt meest voor lichter za
ken gebruikt, en voornamelijk voor het
klinken van scheepswerk.
Toen wij in de werkplaatsen al deze wonde
ren der mechanica bekeken, begon een
der toestellen te haperen, en scheen de ij
zeren reus onwillig om den arbeid voort te
zetten. Een opzichter treedt nader; een
paar schroeven worden minder knellend
femaakt, en met olie in de pannen wordt
et weerbarstige monster gedrenkt. Zoo
gelukt het den tegenstand te overwinnen,
en met een geloei, dat door de zalen klinkt
komen rondsels en raderen langzamerhand
weder in beweging, en wordt grommelend
en snorrend de arbeid hervat. Een kinder
hand kan nu den reus besturen, en regel
matig, als werd het zachtste hout bewerkt,
vallen de glinsterende schilfers en de lange
krullende "schavelingen" van hard metaal
ter zijde.
Als men in de groote werkplaats, ook voor
het stellen der machines gebezigd, het ijzer
zoo rustig en gemakkelijk ziet behandelen
en als het ware kneden en doorsnijden als
of het kaas ware, kan een leek zich de
zwaarte en hardheid van het metaal nauwe
lijks voorstellen, en krijgt men wel eens
den indruk, alsof de grijze en grauwe mas
sa's platen, die hier overal verspreid liggen,
eigenlijk slechts reusachtige vellen zwaar
bordpapier zijn.
De meeste der werktuigen worden in be
weging gebracht door eene horizontale
stoommachine van 250 pk., "compound
surface-condensing-system." De stoom
wordt aangevoerd door onderaardsche gan
gen uit twee Lancashire stoomketels, ge
plaatst buiten het gebouw in een beneden
den beganen grona gelegen ketelhuis, waar
van het dak een waterbak houdt, die het
regenwater van het groote gebouw op
vangt, en 160.000 L. bevatten kan. Het ove-