VRIENDEN IN NOOD
27
MUSEUM NIEUWS
ROTTERDAM, MUSEUM
DE DUBBELDE PALMBOOM
Fragmenten uit Cultureel
Supplement NRC, 17-11-1989
1949 afbrandde. Voorts twee andere molen
taferelen van Mondriaan uit particuliere verz a-
melingen in New York en Canada. Daarnaast
zijn o.m. diverse schilderijen van Brabantse
boerderijen te zien. Bij de tentoonstelling ver
schijnt een begeleidend boek van Charles
Mooij en Maureen Trappeniers over "Piet
Mondriaan - een jaar in Brabant", met vele il
lustraties ldeels in kleur). Uitg. Waanders,
Zwolle. Prijs ff 35,-.
Tot en met 3 juni 1990 is in het Rotterdamse
museum De Dubbelde Palmboom de tentoon
stelling "Wij zijn jong" te zien. Een tentoonstel
ling dat een beeld geeft van de arbeiderskin
deren in de jaren '30, en ook speciaal
gemaakt voor mensen vanaf 6 jaar. Met le
vensechte opstellingen wordt de sfeer uit de
jaren '30 gecreëerd. De tijd van crisis, werk
loosheid en grote armoede. De tentoonstelling
is een samenwerkingsprojekt met het
Jeugdtheater Hofplein, dat vanaf 26 decem
ber de gelijknamige theatervoorstelling "Wi j
zijn jong" speelt.
PAUL HELLMANN
Zeker driehonderd Nederlandse kunstinstellin
gen weten zich gesteund door een vrienden
kring, een vereniging van geinteresseerde bui
tenstaanders die er alles voor over hebben om
het museum, gezelschap of theater van hun
keuze te steunen. De laatste jaren spelen deze
vrienden een steeds belangrijker rol, maar de
meningen over hen lopen uiteen. Zijn het last
posten of onmisbare helpers met geld en goe
de relaties?
Uit een onderzoek, door Hester Brugman en
Maria Vernoy gepubliceerd onder de titel
"Ware vriendschap is wederzijds", blijkt dat
ruim 270 Nederlandse musea vriendenkringen
hebben. Tot deze musea behoren o.a. de
Zaanlandse Oudheidskamer, het Belastingmu
seum, het Jopie Huisman Museum te Workum
maar ook het Haags Gemeentemuseum en
Museum Boymans-van Beuningen. Van de
vriendenkringen zijn er 120 verenigd in een
overkoepelende organisatie, die sinds de op
richting zeven jaar geleden bekend staat als
de Nederlandse Federatie van Vrienden van
Musea. Evenals de Britse en Franse zusterorga
nisaties maakt de Nederlandse Federatie op
haar beurt deel uit van de World Federation of
Friends of Museums, die in 1975 tijdens een
congres in Brussel het licht zag. Al eerder was
vastgesteld dat Vrienden van Musea, aldus een
hooggestemde beginselverklaring, zich in
dienst stellen van het "Museum as an institution
serving Mankind". Zij vormen "a living link be
tween the Museum and the public" en richten
zich, naar het heet, op de promotie en de ont
wikkeling van het instituut van hun keuze.
Vroeger kwam dit neer op een aardige tijds
passering voor (aldus het blad Sponsor] "club
jes dames en heren", maar inmiddels zijn de
bakens verzet. Nog altijd laten Vrienden zich
zien bij openingen van exposities en andere
feestelijke bijeenkomsten, maar daarnaast hou
den zij zich ook in Nederland steeds intensie
ver bezig met lobbying, marketing, merchandi
sing, sponsoring, fundraising en andere
eigentijdse bezigheden, waarvan het nuttig
rendement vier jaar geleden al op zeker acht
miljoen gulden werd Begroot.
In de museumwereld laat de onderlinge ver
standhouding eveneens nog te wensen over.
Nicolaas Voute, oud-directielid van Shell en se
cretaris van de Federatie van museumvrienden:
Museumdirecteuren zeggen weieens: "Geef me
in 's hemelsnaam een dubbeltje extra, zodat
die Vrienden me bespaard blijven". Ze worden
soms nog gezien als lastposten omdat iemand
van hen, wie weet, weieens heeft gesugge
reerd dat een schilderij beter op een andere
plek kan hangen. Zulke pogingen tot inmen
ging kunnen natuurlijk aanleiding geven tot
moeilijkheden. Kritiek op een expositie in een
verenigingsblaadje leidde een tijdje geleden