HET GASTHUIS, EEN GEBOUW ALS ARCHIEF 10 R.J.W. DEN BROEDER Het is jaren geleden dat ik, in het ka der van een studieprojekt, het oude Gasthuis aan de Hellebardierstraat heb opgemeten. Zo'n twee weken lang ie dere dag met tekenblok, potlood, meet lint, een profielmeter en een grote sleu telbos naar het gebouw om kamer voor kamer, balk voor balk alles in kaart te brengen. Het was voorjaar 1980. Het Gasthuis was in die tijd nog gedeeltelijk in gebruik ais opslag voor materiaal van Speelstaa en als winterber- ging voor strandhuisjes. Die stonden als losse planken en panelen in de verschillende ruimten opgeslagen. Dit bemoeilijkte het werk nogal, omdat je eenvoudigweg nergens bij kon. ik herinner me zelfs dat een complete auto, een Citroen Dyane, in onderdelen uit elkaar ge haald en op een bovenverdieping op de vloer uitgespreid 'geparkeerd' stond. Ik vroeg me af hoe iemand het ding er ooit in had gekregen. De eerste indruk van het Gasthuis was dan ook die van een ongelofelijke rommel. Pas na een tijd begon ik door de rommel heen allerlei interessante interieurfragmenten te zien. Het gebouw begon langzaam te spreken. De lange gang op de begane grond moet in haar glorietijd werkelijk iets moois zijn geweest. Deuren en deurposten met mooi I7e eeuws snijwerk. Een portaalboog met prachtige hou ten gesneden korinthische kapitelen en conso les en wat verderop nog zo'n imposante toe gangsdeur, zelfs nog met net bordje 'directiekamer' erboven. Achter de portaalboog een brede trap met een al even fraai bewerkte trapleuning. Sommige stukken leuning zagen er wat nieuwer uit dan andere. Een medewerker van de bouwkundeofdeling van de gemeente vertelde dat de trap in de oorlog beschadigd was, maar dat een timmerman de beschadig de onderdelen had gekopieerd en hersteld, ge heel in I7e eeuwse stijl. Dat deed men nog in die tijd. De gang is een fraai stuk 17e eeuwse binnenhuisarchitektuur, uniek voor Vlissingen. Maar wat zag het eruit! Een paar jaar Tater kwam ik nog eens terug in het gebouw, voor een historische rondleiding. Stukken van die mooie kapitelen waren domweg weggehakt en afgebroken door souvenierjagers. In een klein zijkamertje op de le verdieping was een prachtige 16e eeuwse Renaissance- schouw, althans enkele gaaf bewaard geble ven fragmenten. Weg; met zichtbaar grof ge weld weggehakt en meegenomen. Wat ontzettend jammer, dat een interieur dat bijna 3 eeuwen heeft overleefd, in een paar jaar zo zinloos en onherstelbaar wordt vernield. Nog even wat over datzelfde kamertje. Op een oude opmeettekening, die ik in het archief vond, stond bij deze ruimte de aanduiding 'spookkamer'. Een ambtenaar van de bouwkun- deafdeling vertelde dat hij inderdaad wel eens 'iets' gevoeld had, zonder te kunnen zeggen wat dat 'iets' was. Mij viel niet meer op dan al lerlei verfresten van 'vrije-expressie groepen', die in de jaren '60 daar beeldende Kunst be oefenden. Misschien was het gebouw al zover onttakeld dat zelfs het huisspook zijn toevlucht elders had gezocht. Het gebouw heeft een ingewikkelde struktuur. Wie nu door het Gasthuis loopt komt in een wirwar van gangen, portaaltjes en kamers. Het voert te ver om hier een gedetailleerde beschrij ving te geven van de hele bouwgeschiedenis, maar het komt er in het kort op neer dat het Gasthuis in zijn huidige vorm bestaat uit een viertal afzonderlijke huizen, die tegen elkaar aan zijn gebouwd en met elkaar in verbinding staan. De twee gebouwen links en rechts naast de poort aan ae Hellebardierstraat zijn het oudst, 16e eeuws. Daarachter is in de 17e eeuw een langwerpig bouwwerk opgetrokken. De 17e eeuwse gang, die ik reeds noemde, was oorspronkelijk een steegje tussen de twee

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1990 | | pagina 9