EEN FRIESE STOELKLOK IN HET STEDELIJK MUSEUM BESPIEGELINGEN 30 A. FEENSTRA Op de eerste verdieping van het muse um hangt sinds jaar en dag een Friese stoelklok. Het bijschrift vermeldt: 'Friese stoelklok, zeventiende eeuw'. Volgens de inventarislijst is deze klok in 1931 geschonken door de regenten van het toenmalige Gasthuis in de Hellebar- dierstraat te Vlissingen. Klopt de date ring zoals die door het museum wordt gegeven? Laten we eens kijken naar de geschiedenis van de klok in Nederland. Tijdmeting is in het verleden altijd een groot probleem geweest. De moderne mens kijkt op zijn horloge en weet precies hoe laat het is. Het is dan ook voor velen geen moeite om af spraken na te komen of op tijd te zijn voor de koffie. In onze maatschappij is het ondenkbaar om te functioneren zonder een klok. Toch is de geschiedenis van het uurwerk zoals wij het kennen nog vrij kort. Het is in het jaar 1657 dat Constantijn Huygens het slinger-prin cipe ontdekt, waardoor hij in staat blijkt een uurwerk te ontwikkelen wat behoorlijk in de pas loopt met de werkelijke tijd. Na de vinding van Huygens en mede door de toenemende welvaart in de 17e eeuw is een groot deel van de gegoede burgerij bereid en in staat om tot aankoop van een 'horlogie' (zo heette een klok toen) over te gaan. Er ontstaat, en waarschijn lijk het eerst in de grote steden, een uurwerkin dustrie op kleine schaal: een patroon met enke le handwerkslieden. Bekend is de klokken maker Coster uit 's-Gravenhage, die onder an dere met Huygens samenwerkte. Rond 1700 ontstaat er in de noordelijke pro vincies een uurwerk-industrie die een type klok gaat fabriceren die aftrek vindt in het gehele land, en die wij kennen als de Friese stoel(tjes) klok. Andere centra zijn: de Zaanstreek en Twente, waar ook stoelklokken worden ge maakt. Deze onderscheiden zich door een ge heel andere opbouw van uurwerk en kast. De Friese klok is het meest populair en hiervan worden de grootste aantallen gemaakt. Friese stoelklok, midden 18e eeuw. Afkomstig uit het voormalig Gasthuis. Collectie Stedelijk Museum, inv.nr. SMV 621

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1990 | | pagina 23