31
EEN FRIESE STOELKLOK
De opbouw van de Friese stoelklok is als volgt:
1Een houten achterplank, meestal van eiken
hout en ongeveer twee centimeter dik, waarop
door middel van twee uitgezaagde consoles
een plankje is bevestigd waar het uurwerk op
staat. Aan de bovenzijde het dak, waarvan de
bolle bovenzijde vervaardigd is van karton of
zeildoek. De kap is aan de Dovenzijde versierd
met het kaplood (zie afbeelding) Dikwijls zijn
aan de zijkant van de achterplank twee uitge
zaagde stukken aangebracht in de vorm van
oren of meerminnen.
2. Het uurwerk, waarop aan de voorzijde de
wijzerplaat met aan de boven-, onder- en zij
kant ook weer kunstig versierde loden ornamen
ten.
3. De gewichten, opgehangen aan kettingen
voor het gaande werk, het slagwerk en de
wekker.
Kenmerkend voor de Friese klok is de bonte be
schildering. Het loodwerk is goudkleurig be
schilderd. De wijzerplaat is versierd met een
geschilderd landschapje, zeegezicht of allego
rische voorstelling. De zeemeerminnen, die aan
de zijkant van de stoel zijn aangebracht, zijn
opvallend door hun vrij forse, ontblote boezem.
Saillant detail is, dat in de meer puriteinse I9e
eeuw deze boezem vaak door een schilder
wordt bedekt met een bloesje.
De produktieperiode van de stoelklokken is erg
lang geweest: de eerste modellen stammen uit
het begin van de 18e eeuw, terwijl nog tot
plusminus 1900 klokkenmakers actief waren.
Merkwaardig is wel, dat er zich in deze perio
de van bijna twee eeuwen nauwelijks verande
ringen in model en opbouw hebben voorge
daan. Daardoor is het moeilijk, zoniet
onmogelijk, de juiste datering van het bouw
jaar te geven. Door de hoog opgelopen prijs
van de antieke modellen is zelfs een nieuwe in
dustrie ontstaan waar klokken worden
nagemaakt. Deze imitaties worden op veilin
gen nog wel eens voor echt verkocht.
Uit deze uiteenzetting blijkt dat er in de I7e
eeuw nog geen Friese stoelklokken worden ver-
Friese stoelklok. Zijkanten met meerminnen tegen de
achterwand en consoles onder het plankje, waarop
het uurwerk staat.
C'
4 m
vaardigd. Aan de vorm van diverse onderde
len van het uurwerk van de klok uit het museum
kan worden afgeleid dat het jaar van fabrica
ge eerder rond 1750 zal liggen. Deze datum
baseer ik hoofdzakelijk op de vorm van de pi
laren van het uurwerk. De beschildering is gro
tendeels in een latere periode vernieuwd,
waarbij opvalt dat de cijferring wel erg ama
teuristisch is verknoeid. De beschildering geeft
dan ook geen verdere informatie omtrent datum
van fabricage. De klok is in december 1988
door A. de Goey te Middelburg hersteld.