17 DEN SPIEGEL LITERAIR AAFKE VERDONK-RODENHUIS Beïnvloed door alle beroering die is ontstaan naar aanleiding van de be richten over het verplicht stellen van een aantal boeken (21uit de moderne let terkunde voor leerlingen van het HAVO en VWO ben ik in gedachten de schrij vers eens langs gegaan die ik ooit ver plicht gelezen heb. Sommige boeken vond ik toen al boeiend ge noeg, ander werk ben ik later meer gaan waarderen. Tot die laatste categorie hoort voor mij de poëzie en het proza van de Vlaamse schrijver Paul van Ostaijen. Hij geldt als de belangrijkste vertegenwoordiger van het Vlaamse expressionisme en behoort dan ook tot de belangrijkste vertegenwoordigers van het expressionisme in de Nederlandse let terkunde. Zijn vroege dood maakte een eind aan een schrijverschap dat volgens velen gro te beloften inhield voor de toekomst. Zijn be trekkelijk klein oeuvre is rijk aan experimenten en ontwikkelingen. Paul van Ostaijen werd in 1896 in Antwerpen geboren. Na op school min of meer mislukt te zijn werd hij in 1914 stadhuisbediende, een funktie die hij tot I9l8 behield. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog week hij uit naar Berlijn omdat hij zich 'schuldig' had gemaakt aan het uiten van een aktivistische gezind heid. Na zijn terugkeer in Antwerpen in 1921 moest hij in militaire dienst. Van 1923 af heeft hij geprobeerd zijn brood te verdienen als kunsthandelaar. Zijn gezondheid ging snel achteruit: hij leed aan t.b.c. Hij verbleef lang durig in sanatoria en is in 1928 in een klein sanatorium te Miavoye-Anthee overleden. Uit zijn eerste bundel 'Music-Hall' (I9I6I is het volgende gedichtje: AVOND Ach, m'n ziel is louter klanken In dit uur van louter kleuren; Klanken, die omhoge ranken In een dolle tuin van geuren. In zijn vroegste werk 'Music-Hall' en 'Het Sienjaal' ontwikkelt Van Ostaijen zich tot het 'humanitair-expressionisme'. De gedichten ken merken zich door een grote sociale bewogen heid: de dichter zoekt het goede in de mens en in de wereld. Gedesillusioneerd door de oorlog en onder in vloed van o.a. het surrealisme (het zoeken naar een andere werkelijkheid dan de be grensdeI schrijft hij de gedichten uit 'Bezette Stad' en 'Feesten van Angst en Pijn'. Deze laatste bundel verscheen na zijn dood, samen met 'Het Eerste Boek van Schmoll' (naam van een pianowerk voor beginnersj in de bundel 'Gedichten', ingeleid door Gaston Burssens. Van Ostaijen beschouwt zijn vorig werk als een 'overwonnen standpunt' en komt in deze gedichten tot een vergaand experiment: 'het wezen van de taal is alleen maar de klank'. Hij bouwt zijn gedichten op door middel van het typografische element, het beeldelement en klank. Deze manier van poëzie schrijven was een overgangsfase. Hij streefde naar 'poesie pure', de absolute poëzie, waarbij het alleen gaat om klank en ritme en waarbij de woor den alleen een associatieve betekenis heb ben, associaties moeten oproepen. Deze ge dichten zijn te vinden in 'Het Eerste Boek van Schmoll' en worden beschouwd als de beste die hij geschreven heeft. Paul van Ostaijen heeft verder nog een aantal essays en kritieken geschreven, waarvan ik er een wil noemen, nl. 'Boerebedrog en Realiteitszin'. Hij schreef deze kritiek als reak- tie op de averechtse kritiek die hem ten deel viel. De officiële kritiek stelde zijn 'mensheids verzen' uit de beginperiode hemelhoog boven zijn latere werk. Ik citeer hier het slot: "De ware dichter is een Kareltje dat voor de eer bedankt een grote jongen te zijn, maar in tegendeel tegen ae spreekwoordelijke mening der kritiekers in zegt: geeft mij toch maar zo'n ballonnetje. De kritiekers zijn boos. Alsof zij niet beter wisten wat Kareltje past.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1990 | | pagina 14