DEN SPIEGEL LITERAIR
8
AAFKE VERDONK-RODENHUIS
Het thema van deze Spiegel, muziekverenigin
gen, bracht muziektenten en openluchtconcer-
s ten in mijn gedachten en daardoor een boek:
'De Koperen Tuin' van Simon Vestdijk.
"Het was een gouden tuin. Toen zag ik op-
t eens al die instrumenten en ik hoorde die mars
I en de zon schitterde in het koper, en ze blie-
i zen erop met rode koppen van de inspan
ning, en toen werd het een koperen tuin, en
dat is lang zo gebleven.Dit zegt de hoofdfi
guur Nol Rieske tegen het meisje Trix, op wie
hij verliefd is vanaf dat hij als kind haar in de
Tuin, het stadspark, ontmoet. Ze dansen sa
men in de tuin, bij de muziektent en het pavil
joen waar Nols moeder met een paar vrien
dinnen thee drinkt en soezen eet.
Trix is de dochter van de dirigent Cuperus,
een aan de drank verslaafde musicus die
vlucht in de muziek, zonder dat hij daarin als
uitvoerend kunstenaar erg uitblinkt. Het ver
haal speelt zich af in W., een keurige provin
ciestad (W. Weulnerdam Leeuwardenj,
waar Cuperus door allerlei schandalen buiten
de gemeenschap komt te staan. Na een lang
zame rehabilitatie, waar Nol toe bijdraagt; hij
zorgt dat Cuperus weer wat leerlingen krijgt,
werkt Cuperus aan de opvoering van de ope
ra Carmen. Dit wordt een complete afgang
voor Cuperus, die daarna geheel in de drank
vlucht.
"Met Cuperus ging het bergafwaarts, ledereen
zei dit, en men liet het geschieden, als een
natuurramp van lichtelijk aanstootgevend ka
rakter. Om de opera Carmen heen speelt
zich het eigenlijke drama af, dat pas tegen
het eind van het boek in een soort terugblik
een climax vormt: het verleiden van Trix door
een zekere Vellinga, een jurist, later journalist,
waarna Trix sociaal afglijdt naar een soort
prostitutie.
Bij alle belangrijke gebeurtenissen in zijn le
ven is de Tuin voor Nol zeer aanwezig. In de
Tuin dansen Nol en Trix met elkaar. In de Tuin
begint de liefdesgeschiedenis, die echter
geen ander gevolg heeft dan ongeluk. Aan
het eind van het boek, na de dood van Trix,
bevindt Nol zich buiten de tuinl
Behalve het verhaal van Trix en Nol is het
boek ook het verhaal van de burgerlijkheid in
een provinciestad. Aan Cuperus is het protest
tegen de kleinburgerlijkheid van de provincie
opgehangen. Hij is de martelaar. De broer
van Nol, Chris, is de personificatie van klein
burgerlijkheid. Ook het gescharrel van de
twee jongens Blauw en Bruin waarmee Nol in
zijn jeugd optrekt is een voorafspiegeling van
het gekonkel in W. Kleuren, metalen, plaatsen
hebben steeds betekenis. Bruin en blauw staat
voor burgerlijkheid. De tuin, muziek, koper
zijn symbolen voor liefde.
In 'Tweemaal Vestdijk', 'In de ban van het glin
sterende' en 'Enkele maten en fragmenten uit
het werk van S. Vestdjk' werkt Hella Haasse
heel boeiend een aantal thema's en motieven
in het werk van Vestdijk uit aan de hand van
een aantal romans, waaronder: De Koperen
Tuin, Het Glinsterend Pantser, Rumeiland.
Zij komt tot een aantal thema's, gebaseerd op
de tegenstelling tussen het momentele en het
absolute: onmacht tot harmonie, onmacht tot
liefhebben. Enkele motieven zijn bijvoorbeeld:
enige of jongste zoon (Nol is de jongste
zoon), meisjes of vrouw als platonische of on
vervulbare liefde. Ik zou willen eindigen met
enkele regels van het slot van De Koperen
Tuin, waar Nol zich herinnert, in het zicht van
de Tuin, hoe daar begon wat nu verdriet is:
"De hoge bomen hadden toegekeken daarbij,
de muziektent met de blazers en de andere
potsenmakers had toegekeken; de muziek had
geschetterd, de soezen waren rondgereikt.
Hoeveel bomen waren daar niet, die ik nog
nimmer had aanschouwd, en nu in October
waren zij vochtig en muf onder hun koperen
gebladerte, zodat ik hun doodzieke geuren
meende te ruiken waar ik stond.