KON. HARM. ONS GENOEGEN
10
De Deltaband, de
showgroep van de
Kon. Harmoniever.
Ons Genoegen. Foto
60er jaren, collectie
Gemeentearchief
Vlissingen.
Als tegenprestatie voor de verstrekte subsidies
van ae Maatschappij tot Nut van het
Algemeen gaf het orkest tot in de jaren '30 per
seizoen 10 concerten in de muziektenten op
de Boulevard en het Bellamypark.
De blaasmuziek heeft in de óOer jaren concur
rentie gekregen van andere vormen van geor
ganiseerd lawaai maken. Met de omvorming
van de in 1945 opgerichte 'signaalafdeling1
tot een commercieel opererend snoworkest met
de naam Deltaband in 1967 bleef de vereni
ging en de Vlissingse blaasmuziek in de be
langstelling. Aan het muzikale niveau van des
tijds wordt nu echter met gemengde gevoelens
teruggedacht.
Vanaf de oprichting kende het orkest grote suc
cessen, vooral tijdens taptoes en optochten in
Bel gië en Frankrijk. Heel intensief werd ge
werkt om vooral in uiterlijk vertoon op te vallen
met strakke militaire showbewegingen, zonder
verdere toevoegingen.
In 1980 werd begonnen met de voorbereiding
voor een tournee door Amerika. Wegens ge
brek aan organisatie in de US werd zes maan
den voor de geplande aanvang de tournee af
geblazen. Een positieve erfenis van dat projekt
is een betere muzikale afwerking, waardoor de
band zich kon gaan onderscheiden van gelijk
waardige orkesten, zowel in show als muziek.
Het resultaat was een gouden medaille op het
Wereld Muziek Concours in 1989 en het be
haalde 'Kampioen der Lage Landen' in 1990.
In Zeeland waren lange tijd nauwelijks vervolg
opleidingen en getalenteerde, jonge muzikan
ten vertrokken na de middelbare school naar
elders, zodat de orkesten werden uitgehold.
Door het te snel 'opleiden' van nieuwe mensen
boette de vereniging aan kwaliteit en kwantiteit
in. De laatste jaren is veel geïnvesteerd om dat
op te kunnen vangen. Een muzikaal kader is
gevormd om gekwalificeerd instruktie te kunnen
geven. Daarnaast worden veel leerlingen aan
de Zeeuwse Muziekschool door vakmusici ge
schoold en zijn twee jeugdorkesten samenge
steld waarin de leerlingen orkestervaring op
kunnen doen voordat ze geplaatst worden in
de Deltaband of het Harmonieorkest. De
huidige spontane toeloop van jeugdleden is
mogelijk te danken aan de wijze waarop con
sequent de kwaliteit van de opleidingen wordt
getoetst en bijgesteld.
Dat blaasmuziek toch nog vaak een verkeerd
beeld oproept is mede te wijten aan de bij de
maatschappelijke veranderingen vergeleken
achtergebleven ontwikkeling in de blaasmuziek
zelf, waardoor de aansluiting lange tijd werd
gemist. Het beleid van de muzikale leiding van
ae vereniging is nu veel meer gericht op het sa
mengaan van de behoefte van de liefhebber
(waaronder de leden van de vereniging] en de
(spontane) toehoorder. Dit in tegenstelling tot
het op zichzelf gerichte beleid uit vorige decen
nia. Het resultaat is vooral te horen, ware het
niet dat de vereniging veel te weinig kan laten
beluisteren dat die progressie er is. De
Deltaband is dan wel het visitekaartje van de