22
bruik van maken. In Vlissingen werden voor de
beloodsing galleys en stormsloepen gebruikt.
Logisch dat de bemanning voor de redding
boot daar kon worden gevonden uit het erva
ren personeel van het loodswezen. En zo werd
Vlissingen van 1873 tot einde 1940 reddings
tation. De boot lag tot 1913 in een botenloods
met inrichting voor het tewater laten nabij de
sluizen. Van 1890 tot 1911 was dit de
'Koning Willem III', een zelfrichtende en water-
lozenae zeil/roeireddingboot. In 1912 kwam
de nieuwe motorreddingboot 'Maria Carolina
Blankenheym' naar Vlissingen. Zij kreeg lig
plaats aan de westkant van het Roeiershoofa.
Bij stormweer, hoge waterstand en zeegang
voldeed die ligplaats echter niet. Daarom werd
in 1929 de beschutte steiger in de Koopmans
haven gebouwd, waaraan de boot tot eind
1940 ligplaats had. Enkele jaren geleden
spraken sommige Vlissingse waterkanters nog
van de 'reddingbootsteiger'. Bij de onlangs uit
gevoerde herstelwerkzaamheden aan het
Keizersbolwerk is de reddingbootsteiger afge
broken.
Door oorlogsomstandigheden, o.a. door vrees
voor bombardementen, kreeg de "M.C.B.' ein
de 1940 een veiliger ligplaats te Breskens. Het
betekende het einde van Vlissingen als red
dingstation van de KZHMRS: de boot kwam
hier niet meer terug. In 67 jaren werden meer
dan 1 10 mensen veilig aan wal gebracht en
meerdere malen werd bijstand verleend bij het
tot stand brengen van een sleepverbinding,
wat ook heeft bijgedragen tot redding van
mensenlevens. Schippers van de reddingboten
waren allen in dienst van het loodswezen,
evenals zoveel andere bemanningsleden.
Evenwel mag niet vergeten worden dat ook an
dere vaartuigen met nun opvarenden vele ma
len tot redding zijn uitgevaren. Zo strandde in
1907 de Engelse schoener 'Doris' op de
Rassen. Door ae burgers van Vlissingen werd
aan de redders, bemanning van de hoogaars
met schipper Schroevers en aan de bemanning
van de reddingboot 'Koning Willem III' een
oorkonde uitgereikt.
Model van de red
dingboot 'Koning
Willem III.
Vervaardigd door
C. van Kesteren.
Collectie VNLS