i
De kopbebouwing, Bellamy park 43, situatie voor
de restauratie ca 1980. Het opschrift Openbare
Bibliotheek is nog duidelijk Ie zien.
bezoekers worden verzocht in de zalen niet
luid te spreken, terwijl geregelde gesprekken
verboden zijn".
In april start men de uitleenbibliotheek, aange
vuld met de voor f 35,- overgenomen uitleenbi-
bliotheek van De Vey Mestdagh. In september
neemt de heer De Jager ontslag. Als opvolger
zoekt men nu als bibliothecaris iemand die
voor zijn taak berekend is en zelfstandig iets
kan presteren. De financiering zal ten koste van
de boekenpost gaan. Zo wordt de oud-gevan
genisdirecteur uit Goes J.A. de Hondt de eerste
Vlissingse bibliothecaris. Bij zijn komst in janu
ari 1914 neemt hij zijn dochter mee als onbe
zoldigd assistente.
Eind 1915 is er een ledental van 400.
Teleurstellend laag. Pogingen om samen met
de Middelburgse Leeszaal provinciaal subsidie
te verkrijgen mislukken. De toch al precaire fi
nanciële positie wordt in 1918 nog nijpender
door de gratis verstrekking van corresponden
tiemateriaal aan de sinds de mobilisatie in
Vlissingen gelegerde militairen. Bovendien is
het dringend nodig boekenkasten aan te schaf
fen en de elektrische installatie te verbeteren.
Dit alles gaat weer ten koste van de boeken
post. Om de collectie toch te kunnen uitbreiden
worden Iwee leesgezelschappen opgericht. De
speciale contributies horen tot de vaste baten
en leiden zo tot verhoging van de rijkssubsidie.
opgevolgd door de heer
37 zal blijven. Verhoogde
Voorzitter Hogerzeil vertrekt in 1917 naar
Naarden en wordt op
Laernoes, die tot 193/
subsidies maken het mogelijk in 1921 drie lo
kalen op de bovenverdieping van het Burger
weeshuis (nu Bachtenkommel te huren "waar
wij iedereen zonder schroom kunnen ontvan
gen". Toch probeert men nog datzelfde jaar het
door de gemeente aangekochte Beursgebouw
als leeszaal en bibliotheek in te richten: "dan
zijn wij geborgen en hebben in de toekomst
geen verhuizing meer te vrezen." Toch zal de
leeszaal in het Burgerweeshuis blijven tot zij
daar in de oorlog door de Duitsers verdreven
wordt en 'tijdelijk' (dat is tot halverwege 1972)
onderdak vindt in Bellamypark no. 43.
De bibliothecaris krijgt van het bestuur veel
waardering voor zijn in 1923 verschenen ge
drukte catalogus. In april 1924 overlijdt de
heer De Hondt. Hij wordt in januari 1925 op
gevolgd door zijn dochter. Deze trouwt in
1926 en moet dus ontslag nemen. Als opvol
ger pleit in het bestuur de heer De Mey voor
de latere wethouder L.P. van Oorschot, omdat
een krachtige figuur uit het openbare leven van
meer nut is dan een gediplomeerde dame.
Iemand die de leeszaal nu eindelijk eens popu
lair kan maken onder de bevolking. Anders
dan in Middelburg zijn hier de resultaten niet
schitterend, maar er is hier ook weinig traditie
op ontwikkelingsgebied. Het bestuur geeft toch
de voorkeur aan een vakkracht met sociaal ge
voel, en trekt per 1 december 1926 mej.