13
DE ARCHIEF-SPIEGEL
rustten. Deze uittreksels behoren niet tot het ei
genlijke archief maar vormen uiteraard een be
langrijke aanvulling. Zo zijn er bijvoorbeeld uit
treksels uit de gerechtsrollen over de periode
1650-1780 en uittreksels uit het register van
vonnissen in criminele zaken over de jaren
1531-1554.
De criminele zaken spreken natuurlijk het meest
aan. Uit één van de afschriften uit de criminele
registers die gemaakt zijn door Simon van der
Swalme komt een verhaal voor waarin de
hoofdrol is weggelegd voor de schoorsteen
van het huis van Neeltje Notte, wonende op
West-Souburg. Simon van der Swalme heeft
boven dit uittreksel geschreven: DOOD LICHAAM.
Hieronder volgt de (bijna] letterlijke tekst zoals
Van der Swalme dat heeft opgetekend uit hef
originele criminele register.
'DOOD LICHAAM'
'Jan van Beukken, geboortig van Keulen en
gewoont hebbende te Oostersouburg, heeft,
geadsisteert met zekeren soldaat op maandag
den 29 October 1736 des avonds omtrent
half negen uuren door't het breken van eenige
glasen gekomen zijnde ten huise van Neeltje
Notte, jonge dochter woonende op
Westerzouburg, dezelve zijnde als doen bui
ten haar woonhuis, aldaar bestaan met ge
weld open te breken een kasje en daar uit te
steelen verscheide goederen, inzonderheid
bestaande in wolle en kleederen, tof haar lijf
behoorende en vervolgens dezelve te vervoe
ren. Dezelve ontdekt zijnde geworden en ee
nige tijd vergeefs vervolgt alzo wel de hand
van de justitie was ontvlucht. Doch ten huise
zijner begaane diefstal hebbende laaten leg
gen zijn bovenrok'.
(Zoals te verwachten viel kwam de dader terug
om zijn 'bovenrok'. De schout had daar op ge
rekend en wachtte hem op.)
'...tot dien einde wederom gekomen zijnde in
den nacht omtrent een uure na ontdekking,
van het ene dak op het andere gevlucht zijn
de, en zich vergeefs hebbende getragt te ber
gen achter enige schoorstenen, eindelijk de
hardiesse 1heeft gehad wederom ten huise
van dezelve Neeltje Notte en zich te onthou
den in den schoorsteen zonder daar uit te wil
len komen en zich in handen van de justitie te
geven. Zulks de adsistenten van Neeltje Notte
op hem hebben geschoten en zodanige met
hagel hebben getroffen, dat daar door uit de
schoorsteen is gevallen en door den val zich
merkelijk bezeert hebbende omtrend een half
uur naderhand was overleden'.
(Dood is dood zouden we nu zeggen, maar in
die tijd kon ook tegen een dood Tichaam een
straf geëist worden.)
'En gemerkt zodanige dieverijen niet onge
straft konnen blijven en waaraan de straffe
niet anders dan aan't doode lichaam kan wor
den geoeffend zo concludeerde de Heer mr.
Comelis de Normandie, Bailliu dezer stad en
ressorte van dien, dat het voorslaeese doode
lichaam zal worden gebracht op een horde (2)
en daar op voortgesleept langs 'sHeeren
straate buiten de stad tot op het Galgeveld
omme aldaar op een rad gelegd aan een mik
(3) gestelt of wel anderzints aan een galg te
worden gehangen. Mitsgaders verder gecon-
demneert (4)/n de kosten van justitie'
(Wat was het vonnis van de burgemeesters en
schepenen?)
'Zo is't dat Burgemeesters en schepenen op
al't geene voorschreven is rijpelijk hebbende
gelet, doende rechter maaninge van den Heer
Bailliu, condemneert 't voorschreven doode li
chaam te worden gelegt op een horde en
daarop voortgesleept over 's Heeren straaten
tot buiten der stede poorte, en voorts getrans-
porteert naar't Galgeveld en aldaar anderen
ten exempel (5) aan de Galge bij de beenen
door den scherprechter te worden opgehan
gen. Condemneeren voorts den delinquant in
de kosten.
Overigens was er ook in West-Souburg een ge
recht, alleen werden daar de civiele en boet
straffelijke zaken afgedaan. Bovenstaande ge
beurtenis was natuurlijk, gezien het criminele
karakter, voorbehouden aan de vierschaar te
Vlissingen.