TOERISME EN RECREATIE IN VLIS-
SINGEN ONDER BURGEMEESTER
VAN WOELDEREN
15
JAN JACOBS, directeur
VW-Vlissingen
Toen in 1873 de havens, het Kanaal door
Walcheren en de spoorverbinding waren aan
gelegd, was Vlissingen nog niet echt gereed
voor verdere ontwikkelingen. Burgemeester Arie
Smit, burgemeester geworden in l 878, begon
met de ontwikkeling van Vlissingen als bad
plaats. Een idee dat is komen opzetten na de
oprichting van de 'Zeeland', de maatschappij
die de eerste Engelse reizigers in Vlissingen
voet aan wal liet zetten. Dit bracht echter nog
geen enorme ontwikkeling van het Engels toe
risme met zich mee. Er waren ook niet zoveel
toeristische voorzieningen in de stad op dat
moment. Eigenlijk alleen een badhuis, dat op
de Boulevard was gevestigd nabij de huidige
Leeuwentrap. En zelfs daar mankeerde nogal
wat aan.
In 1883 kocht de gemeente op aandringen
van Smit het badhuis aan, en rond diezelfde
tijd begon de gemeente rond Vlissingen gron
den aan te kopen, opdat de stad als badplaats
zich verder kon uitbreiden en ontwikkelen. Het
is ook Arie Smit geweest die via de Maat
schappij tot Exploitatie van Gronden de bouw
van een groot badhotel stimuleerde. In juni
1886 werd dit Grand Hotel des Bains ge
bouwd om dure gasten uit binnen- en buiten
land naar behoren te ontvangen. Dat Grand
Hotel des Bains heette later Grand Hotel
Britannia. Het uit diezelfde tijd daterende idee
voor de bouw van een pier is in de regerings-
eriode van Arie Smit nooit gerealiseerd. Wel
.wam een deel van de boulevards in die tijd
gereed, zodat in elk geval de basis was ge
legd om Vlissingen ook als badplaats te laten
uitgroeien.
Ook op het breukvlak van de eeuwen werd
verder gewerkt aan de ontwikkeling van de
badplaats Vlissingen. De in l 892 opgerichte
Vereeniging voor Vreemdelingen Verkeer en
een aktiviteitenvereniging vanuit de midden
stand 'Vlissingen Vooruit' maakte reclame voor
de stad. Eigenlijk een beetje tegen beter weten
in, want hoewel het uitzicht op de voorbij va
rende schepen prachtig was, stootten de kwal
len in zee de badgasten weer af en bij de (ge
lukkig niet veel voorkomende) oostenwind, joeg
de stank uit de fabrieksschoorstenen over de
badplaats. De hotel- en pensionaccommodatie
was te gering en het lukte van geen kanten om
buitenlands kapitaal te interesseren voor de
badplaats Vlissingen.
O:
VC
sir
im
P1
Sw
"Ir
jbi
I bi
1st
d
ki
9
rr
z
2
c
v
In 1919 trad een kentering op. Dat was het
jaar waarin de in Vlissingen geboren ex-cava-
lerie officier en ex-chef van de militaire inlichtin
gendienst, Carel Albert van Woelderen, door
Koningin Wilhelmina benoemd werd tot burge
meester van Vlissingen als dank voor de dien
sten aan het koningshuis bewezen. Burgemees
ter Van Woelderen, waarvan de "zoo terzake
kundige heer X" in de Feestcourant bij de ope
ning van de Vlissingse pier uit 1936 schreef:
"Vaststaand is het feit dat het voor de gemeen
te een voorrecht was een ongehuwde burge
meester te krijgen, die al zijn tijd, werklust en
kracht aan de hem toevertrouwde gemeente
kon geven, zonder dat huiselijke aangelegen
heden hem daarin hinderden.
Van Woelderen is degene geweest, die de
wat hij noemde "Vlissingsche trias: Vlissingen-
haven, Vlissingen-industrie en Vlissingen-Dad-
plaats" in al zijn facetten en volledig tot bloei
wenste te brengen. In 1925 schreef hij dat die
Vlissingse trias in tegenstelling tot 1 873 inmid
dels wel voor de gewenste verdere ontwikke
ling openstond. De belemmerende vroegere
vestingwerken waren gesloopt en de verouder
de, stinkende havens gedempt. "Vlissingen is
één van de gezondste plaatsen van ons land