16
geworden en ligt gereed voor verdere uitbrei
ding."
iOnder burgemeester Van Woelderen, die ere
voorzitter werd van de VW-Vlissingen, is Vlis-
singen inderdaad uitgegroeid tot een haven-,
industrie- en badplaats van enige allure. Een
plaats waar het voor iedereen goed toeven ge
weest moet zijn, want wij lezen in het boekje
"In welke badplaats zal ik mijne vacantie door
brengen?" van J.W. Kockx uit 1925: de
beroemde blonde lichteffecten verhogen de
stemming en geven alles een elders onbeken
de charme. Dit weerspiegelt zich in den vrolij
ken volksgeest, geen straat zonder muziek,
geen avond zonder dans: de Vlissingsche
meisjes weeten zich chic te kleeden, en zij
zijn knap, zooals trouwens de meeste
Zeeuwen. Een bekende Engelschman typeer
de Zeeland met de uitdrukking: "Dit is het land
waar elk kijkje een schilderij vormt".
Burgemeester C.A. van Woelderen. Burgemeester
van V/issingen van I9I9 tot 1945. Foto collectie
gemeentearchief Vlissingen.
In de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog
heeft Vlissingen opnieuw moeten vechten tegen
het dreigend afkalven van het economisch
draagvlak, zoals de scheepswerf De Schelde,
die telkens opnieuw uit Vlissingen weg wilde.
Om uiteindelijk de werf voor Vlissingen te kun
nen behouden, werd de helft van de oude stad
opgeofferd met een verlies van vele historische
monumenten.
In de visie van Van Woelderen moest de boule
vard het visitekaartje van de stad worden. De
drie verschillende stukken van de boulevard
werden in zijn burgemeestersperiode met el
kaar verbonden en aan het eind ervan bouwde
Van Woelderen zijn riante residentie: het
Wooldhuis. Ook uit zijn creatieve geest is de
benaming van Vlissingen afkomstig als 'het
Zeeuwscne verkeerscentrum'. Zeker geen on
zinnige term, want de verbetering van de we
gen, de spoor- en tramverbindingen, het auto
verkeer, het binnenscheepvaartverkeer over de
nieuwe waterwegen en niet te vergeten in die
tijd het luchtvaartverkeer, maakte Vlissingen tot
hèt verkeersknooppunt van Zeeland.
Tijdens de oorlogsjaren was aan de nieuwe
weg naar Middelburg een vliegveld aange
legd door de Koninklijke Marine. Na de oor
log is getracht dit vliegveld dienstbaar te ma
ken voor de burgerluchtvaart. Tot 1926 werd
dit opgehouden. Pas in dat jaar bouwde Rijks
waterstaat een ruime hangar, wat de mogelijk
heid opende om in de seizoensmaanden een
dagelijkse luchtdienst tussen Rotterdam en
Vlissingen tot stand te brengen. Die luchtlijn
werd echter pas in 1932 gerealiseerd. Samen
met andere verkeersverbindingen was dit van
groot belang voor het Vlissingen van die tijd en
in elk geval de directe oorzaak van het benoe
men van Vlissingen tot Zeeuws Verkeers-cen-
trum.
Van Woelderen was een op het gebied van
samenwerking verlichte geest. Dat blijkt o.a. uit
zijn voorwoord in de uitgave 'Mooi Zeeland'
uit 1933. Hierin kenschetste hij, als lid van de
Noordzeebadplaatsen-commissie der ANW,
tegelijk het economisch rendement van het toe
risme voor Walcheren: "Wij allen die het
vreemdelingenverkeer op Walcheren trachten