DIERICK RUYTERS
6
AFRIKA
maakte hij tevens kennis met de Inquisitie. In
maart 1617 treffen ook deze geweldadige
maatregelen de kolonisten, waarvan velen
Joods zijn. Elke verdenking van hun Jood zijn
betekent gevangenschap, het vernielen van hun
huizen en het verbeurd verklaren van hun
bezittingen. Op een dag, zo zegt Ruyters, wor
den wel 30 Joodse kooplieden in de gevange
nis geworpen. Hij voegt er aan toe dat een
Nederlandse bevrijding en overheersing het
einde zou betekenen van de Roomse Inquisitie
voor de Portugese Joden en deze zouden niets
liever willen aan van de koning van Spanje
verlost te zijn. "Het zijn de Portugezen en
Span/aarden die menen dat zij de hele we
reld kunnen bekeren, maar zij behandelen hun
slaven als beesten.zo zegt Ruyters. Hij kon
niet weten dat nog geen 25 jaar later
Hollanders en Zeeuwen zich eendrachtig op
de handel in slaven zouden storten en in nog
ruimere mate dan de Portugezen de slaven
naar hun kolonie in Brazilië zouden vervoeren.
En ook wat de behandeling betreft, week deze
maar weinig af van die van de Portugezen.
Dierick Ruyters schrijft verder over de handel
van de Portugezen met de koloniën en zegt
ook waaruit deze handel bestaat. Hij somt alle
goederen op die worden verscheept en noemt
ook de jaargetijden en de routes die door de
schepen worden gevolgd. Waardevolle infor
matie dus voor een handelsmaatschappij zoals
de WIC, welke enige jaren later tot stand
komt.
Hierna doet hij een "beschrijvinghe" van de
westkust van Afrika en Angola en ook "haere
streckinghe en hoe alle Riviere en Baeye,
ende Reeden sijn geleghen". Ruyters noemt de
artikelen op die de Portugezen uit eigen land
in West-Afrika invoeren om daar als ruilmiddel
te gebruiken. Goud en olifantstanden, maar
ook de slaven zijn de handelswaar. Voor elk
kustgedeelte noemt hij de "Coopmanschap-
pen", die daar van belang zijn. Zo beveelt hij
voor de Rio dos Palmas aan om toch vooral te
denken aan staven ijzer, zout en "Arm-ringhen".
Ook moet niet worden vergeten om "oude
mans hoen", dit zijn hoeden, mee te nemen.
Het is echter niet nodig dat deze nieuw zijn,
maar ze moeten er wel de schijn van hebben.
Er moeten dan bandjes om heen zitten, maar
ook grotere gestreepte kralen.
Zelfs noemt hij namen van zwarte kooplieden
die betrouwbaar zijn en waarmee men bepaal
de zaken kan afwikkelen. Zo is daar Matheus
Fernandos, en hoewel zijn naam anders doet
vermoeden is ook dit een "swerte", aan wie het
meegebrachte zout kan worden verkocht. Alle
belangrijke Portugezen op de kust zijn weer
bevriend met genoemde Matheus en twee van
Het door de Nederlanders
gebouwde fort Nassau op
ae Westkust van Afrika.
Naar een tekening van
Frans Post],