16
naam van deze loge is 'La Sincérité', met als
toevoeging meestal 'Loge du Grand MaTtre des
Provinces Unies et Ie Ressort de la Généralité'.
Intussen waren ook lid geworden: Hermanus
van Loon, johan Cornelis Radermacher en
Sirtsema van Grovestins. Op het Zomer St. Jan
van 24 juni 1735 werd de Zeeuwse regenten-
zoon en Thesaurier-generaal van de Prins van
Oranje Johan Cornelis Radermacher gekozen
als eerste Nederlandse Grootmeester van de
Orde van Vrijmetselaren.
In datzelfde jaar werden echter door de stads
besturen van Amsterdam en Den Haag plak
katen verspreid tegen de Vrijmetselarij. Het
werd zelfs uitdrukkelijk iedereen verboden zijn
huis voor de Vrijmetselarij open te stellen: "zijn
huijs zoude mogen gebruiken, of in het ge
heel, of ten deeïe mogen verhuren ten gebrui-
ke van enige menschen, sorteerende onder
een zeker Collegie genaamd: de vrije metse
laren... etc". Toch verschijnt in dat jaar het
Constitutieboek van Anderson dat door de
Gedeputeerd Grootmeester Johan Kuenen uit
het Engels in het Nederlands was bewerkt.
Kennelijk ging er desondanks een grote drei
ging uit van deze nieuwe geheimzinnige stro
ming, want ook de Heren van Holland en
Zeeland verboden de Vrijmetselarij. Door de
banden van het Huis van Oranje met de
Vrijmetselarij voelden de Staten waarschijnlijk
de dreiging om de Oranjetelgen weer op hun
oude posities terug te laten keren. Op 4 juni
1736 wordt ook dit 'wetboek' verboden en in
beslag genomen bij de uitgever.
Tot ongeveer 1750 sluimerde de Orde in alle
delen van het land. Er waren nog wel loges
met een Engelse constitutiebrief opgericht, zo
als te Rotterdam in 1748 de loge 'Oranje'. In
1749 werkte reeds een ambulante loge die
behoorde tot het regiment van Generaal-ma-
joor Van Swanenburg te Sluis, onder het voor
zitterschap van Adolf von Schweinitz met de lo-
genaam 'De Harmonie'. Dit is tevens tot nu toe
de oudst bekende Zeeuwse loge.
VRIJMETSELAARSLOGES IN ZEELAND
De oorsprong van de Vrijmetselarij in onze stre
ken is - zo bleek in het vorige gedeelte - niet
erg duidelijk. Men neemt officieel aan, dat de
Nederlandse Groot-Loge is gesticht door 10 lo
ges die in 1756 te 's-Gravenhage bijeen kwa
men en hiervoor de naam gaven: 'De Groot
Loge der Zeeven Vereenigde Nederlanden'.
Op l 2 april 1748 was de eerste Grootmees
ter J.C. Radermacher overleden en toen opge
volgd door Juste Gerard, Baron van Wasse-
naer, die echter reeds in 1752 ziin functie
neerlegde en werd opgevolgd door de omstre
den Louis Dagran, als Grootmeester ad interim.
Deze werd niet door alle loges erkend en men
besloot om op 26 december 1756 alsnog een
nieuwe Grootmeester te kiezen. Door de loges
werden vervolgens tot Grootmeester gekozen
A.N. Baron van Aerssen Beyeren, Heer van
Hoogerheide etc. welke in 1758 werd opge
volgd door Ch. Graaf van Bentinck van Rnoon
tot 1759. De Gedeputeerd Grootmeester Karei
Kristallen bokaal door de servants van de Loge (be
dienden! aangeboden ter gelegenheid van de
50ste verjaardag van voorzitter-meester A. Ruysch.
Collectie J.C.L.