12 VAN DE REDACTIE gingen op tirannie kunnen uitlopen. Heel wat linkser dus in het politieke vlak dan eerder ge noemde schrijvers. Een 'nationaal' thema als de zee en een ty pisch Nederlands geziene mythe van de Vlie gende Hollander maakt het schrijvers mogelijk om individualistisch schrijverschap te verbin den met het gemeenschappelijke, een soort grootser Nederland. Niet verwonderlijk waar schijnlijk voor de periode na de eerste wereld oorlog met de dreiging van de tweede. Als bekendste namen in dit verband moeten ge noemd worden: Jan de Hartog, Jef Last, Den Doolaard en met een meer symbolische bena dering: Slauerhoff en A. Roland Holst. Terug nu naar het bundeltje 'De Zingende WaTvisch'. De samenstellerJ.W.F. Werumeus Buning (l89I-I958) is vooral bekend door eigen werk. Hij maakte meerdere jaren deel uit van de redactie van De Vrije Bladen en vestigde naam als dichter met 'In Memoriam' (1921Zeer bekend is de ballade 'Maria Lecina' 11932). Ook als journalist heeft hij zijn sporen verdiend. Na de oorlog werd hem tot 194Z een publicatieverbod opgelegd vanwe ge zijn lidmaatschap van de cultuurkamer. Deze bijdrage beoogt aan de hand van bo vengenoemde bundel aandacht te geven aan een periode waarin veel werk is verschenen met als thema de zee. Na ongeveer 1960 is het thema zee minder belangrijk in de Neder landse literatuur. Een boek als 'In de bovenkooi1 of 'Zeeverhalen' van Maarten Biesheuvel is dan ook zeer de moeite van het lezen waard. I''Menig lezer zal het niet zijn opgevallen dat ik in het diepst van mijn hart een schrijver van zeeverhalen ben") Tot slot wil ik u graag een paar citaten geven uit 'De Zingende Walvischwaarvan het on derdeel 'ter zee en te land' als motto mee kreeg: Zijt gij van goed verstand, zoo eer de zee en blijf te land. Verder van Jacob Cats: Een die zijn zeyl te hooge stelt Wert lichtlijck van den wint gevelt. en anoniem: Tranen van vrouwen, 't hinken van honden, en de oostwind duren geene drie dagen. Het hoofdstuk 'De biddende zeeman' kreeg als motto: Die niet ter zee vaart weet niet wat God is. En als laatste een voorbeeld van 'geen flauwe kul' een versje gevonden in een kerkezakje in IZ82, naar aanleiding van voorgeschreven bidstonden: Bedestonden, stomme honden! Dooden geenen Engelschman. Maar een vloot in zee gezonden, Stomme honden! Dat is 't wat ons redden kan. In de afgelopen maanden is er enige cor respondentie geweest tussen ons vereni gingslid de heer F.J. Groote en het bestuur van de Vrienden. Directe aanleiding hier toe was het niet plaatsen van ingezonden kopij in de laatste Spiegel. De heer Groote had voor dit nummer, op een terloopse sug gestie van een lid van de redactie, een ver naai geschreven over het 10-jarig bestaan van onze Vereniging. Helaas kon de re dactie echter niet tot plaatsing overgaan, daar zij over niet genoeg ruimte beschikte en de inhoud tevens andere en eerdere pu- blikaties overlapte. Teleurstellend voor de heer Groote, die zich veel tijd en moeite had getroost. Vervelend ook voor de re dactie om hem deze mededeling te moeten doen. Dit voorval heeft ons doen besluiten voortaan zwart op wit in het colofon van Den Spiegel op te nemen, dat de redactie de eindbeslissing heeft over wat wel of niet in het verenigingsblad zal worden opgeno men. Wij proberen deze taak zo zorgvul dig mogelijk uit te voeren en wij zijn het bestuur erkentelijk voor de autonomie die zij ons in deze geeft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1992 | | pagina 11