8 DEN SPIEGEL LITERAIR AAFKE VERDONK-RODENHUIS LITERATUUR: H. Sakkers en J.N. Houterman: Atlantikwall in Zeeland en Vlaanderen gedurende opbouw en strijd. J.C.P. Bremmers: Duitse bunkers op Walcheren. Meerdere literaire bijdragen aan Den Spiegel handelden al over de zee in de Nederlandse literatuur. Wat dit thema betreft kunnen we verschillende benaderingen van de zee in de literatuur onderscheiden: het water als uitdruk king van een psychische gesteldheid Slauer- hoff), een meer symbolische benadering (A. Roland Holst), de zee als achtergrond voor een realistische avonturenroman [Jan de Hartog, Jef Last, Marten Toonder, Jan Gerhard Toonder) of als decor voor sociale tegenstellin gen (Herman Heijermans, Jef Last, Jan de Hartog). Hierover heb ik al een en ander aan gedragen. Het water kan ook een bedreiging zijn van het bestaan. Deze benadering vind je vooral in werken waarin overstromingen een belang rijke rol spelen. Een bespreking van het ge bruik van het thema op deze manier leek me gezien de tijd, het jaar 1993, zeer voor de hand liggen. Immers dit jaar is het veertig jaar geleden dal de watersnoodramp die betrekke lijk vers in het geheugen van de Nederlanders van nu ligt, plaatsvond. Op meerdere plaat sen in Nederland zal dit feit worden herdacht. Verschillende Zeeuwse musea zullen aandacht aan de ramp besteden. Overstromingen heeft Nederland er vele ge kend. Dit vinden we terug in de literatuur, tk wil in het bestek van dit artikel niet al te ver te ruggaan. In het boek van Arthur van Schendel "De Waterman" 1933speelt de waters noodramp van 1809 een rol. De hoofdfiguur Maarten Rossaart is de waterman, altijd bij of op het water en één met dit element. Een overstroming die veel bewoners van Walcheren zich nog zeer goed herinneren is die ten gevolge van het bombarderen van de dijken door de geallieerden, om de bevrijding mogelijk te maken. Walcheren kwam onder water te staan. Een aankondiging hiervan staat in "De Vliegende Hollander" van 9 okto ber 1944, een dagblad verspreid door de geallieerde luchtmacht in het betrokken ge bied. In 1945 verscheen "Dn is Walcheren" van Jef Last, A. den Doolaard en Ed Hoornik, met te keningen van C.A.'B. Bantzinger. De op brengst van deze uitgave kwam ten goede aan het herstel van het eiland. In 1946 publi ceerde Den Doolaard de brochure 'walche ren komt boven water". Hierna verscheen in 1947 zijn roman "Het verjaagde water". De ro man is gebaseerd op de aantekeningen die hij als verbindingsofficier maakte. In dit boek staat een prachtige beschrijving van het gevoel van veiligheid dat een goede dijk geeft. (Door de geschiedenis weten we hoe het in Westkapelle dramatisch afliep). "Trouwens, de dijk moest wel eeuwig zijn. Wie had anders het bestaan vlak achter de dijk het dorp te bouwen? Wie had het in zijn hoofd gekregen om boven op de dijkskruin een molen te zettenen waarom anders heette de woonbuurt vlak aan de voet van de dijk de Arke? Toch zeker omdat je er veilig was, al viel er een zondvloed van water uit de hemel en al sprong in stormnachten het schuim van de zee omhoog tot in de gele baan van het vuurtorenlicht?" Over de meest recente watersnoodramp, die van 1953, zijn verschillende werken te noe men. "De kleine ark" 1953) van Jan de Hartog is in veel landen verschenen. De opbrengst van de eerste drukken kwam ten goede aan het Nationaal Rampenfonds. "Oosterschelde, windkracht 10" (1976), een jeugdboek van Jan Terlouw over de watersnoodramp ener zijds en de afsluiting van de Oosterschelde, twintig jaar later, anderzijds. In zijn "Geheim Dagboek 1952-1953" 1984) geeft Hans Warren een ooggetuigeverslag van de ramp. In zijn gedichtenbundel "vljf in je oog" staan

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1993 | | pagina 11