EXPOSITIENIEUWS
18
MIDDELBURG,
ZEEUWS MUSEUM
neel materiaal uit het museum en archief moet
een presentatie opgezet kunnen worden, wat
tevens het toeristisch produkt Vlissingen ten goe
de komt.
Naast deze twee opvallende restanten uit het
Vlissingse vestingverleden zijn er nog meer mar
kante objekten, zoals het Fort De Ruyter bij de
Buitenhaven uit 1914 en de Oostbeer, waar
over elders in deze Spiegel een artikel staat
gepubliceerd.
De iaatse keer dat Vlissingen een duidelijk mi
litair-strategische rol kreeg toebedeeld, was tij
dens de Tweede Wereldoorlog. Antwerpen en
Vlissingen beschikten beiden over zeer aantrek
kelijke havens met aan- en afvoerroutes, die
voor de geallieerden van groot belang konden
zijn tijdens een offensief tegen Hitler-Duitsland.
Vlissingen werd daarom in opdracht van de
Duitse bezetter omgebouwd tot een 'Festung',
om eventuele aanvallen van de geallieerden af
te weren. Rondom de binnenstad en de havens
werd een krans van verdedigingswerken aan
gelegd, die zich tot ver buiten de gemeente
grenzen uitstrekte. Zo werden in de duinen bij
Valkenisse uitgebreide bunkercomplexen aan
gelegd, die in ontwerp net zo revolutionair wa
ren als Fort Rammekens in de lóe eeuw. Dit
militair complex is dan ook van net zo grote
cultuur-historische waarde te beschouwen als
de voorgangers uit middeleeuwen en lóe
eeuw. Het is dan ook een gunstige ontwikke
ling dat via een mogelijk 'Atlantikwall Museum
Walcheren' aandacht besteed gaat worden
aan dit stuk recente vestinghistorie.
Vlissingen heeft dus nogal wat mogelijkheden
om haar vestingverleden te presenteren. Als de
verschillende initiatieven zich los van elkaar
ontwikkelen ontstaat al gauw het gevaar van
wildgroei of concurrentie. Afstemming en coör
dinatie is hier geboden. Het opnemen van de
verschillende restanten en presentaties van ver
dedigingswerken in één vestingroute ligt voor
de hand. Aangezien de meeste objecten zich
op het grondgebied van de gemeente Vlissin
gen bevinden ligt hier op net gebied van
coördinatie en presentatie naar het publiek wel
licht een taak voor de gemeente Vlissingen
zelf.
EXPOSITIE 'DE SCHILDERSFAMILIE
SCHÜTZ'
In het Zeeuws museum zijn lot en met 15 fe
bruari J 993 twee zalen ingericht met schilde
rijen en tekeningen van de Middelburgse schil
ders Jan Frederik Schütz /1817-1888) en
Willem Johannes Schütz (1854-19331 uit de
eigen collectie, aangevuld met bruiklenen van
de Zeeuwse bibliotheek, het Rijksarchief in
Zeeland en het Gemeentearchief Middelburg.
De kunstenaars Schütz zijn met name bekend
geworden om hun zee- en riviergezichten.
"Luchten als hier in Zeeland ziet men nergens
elders ter wereld. Die mooie zachte nevelig
heid. Ik geloof dat men in Zeeland geboren
en getogen moet zijn om dat geheel te kun
nen waarderen". (Willem Johannes Schütz,
Zeeuws Tijdschrift nr.55, 22e jrg. 1972).
JAN FREDERIK SCHÜTZ
Jan Frederik Schütz wordt geboren op 2 de
cember 1817 in Middelburg. Hij wil in de
eerste instantie naar zee net als zijn vader.
Zijn vader is werkzaam bij de koopvaardij
vloot. Zijn moeder heeft een handel in ge
rookte vis en 'geleijerd goed' (potten en pan
nen) op de Grote Markt in Middelburg. In
1839 kiest hij voor een opleiding tot tekenle
raar aan de Middelburgse Tekenacademie.
Tussen 1843 en 1888 neemt Jan Frederik
deel aan enkele tentoonstellingen onder ande
re in Den Haag. Jan Frederik Schütz huwt
Maatje Revers. Van hun vijf kinderen hebben
de beide zoons Willem Johannes (18 au
gustus 1854) en Jan Frederik junior (2 maart
1863) schildertalent. Jan Frederik senior over
lijdt op 27 februari 1888 in Middelburg.
"Wie, die zijn zomeravond langs de Loskaai
maakt, heeft hem daar niet vaak ontmoet, met
de handen op de rug voortgaande, telkens stil
staand en rondkijkend en opziende in de
avondluchten naar de lichte rooskleurige wolk
jes, zich stil verheugend in het rustige effect
der weinige driemasters, aan den wal ge-