Drs. J.M. Goeman, docenl natuurkunde en wiskun
de 1926-1961"Bolus". Foto genomen voor mei
1942. Particuliere collectie.
De klassen waren gemengd. De meisjes op de
voorste banken, zodat de jongens niet werden
afgeleid. Op het schoolplein was een dikke
witte streep geschilderd tussen de jongens- en
de meisjeshelft en het was verboden daar te
staan praten. Het was dus zaak om je wandel
rondje zo te plannen dat je het meisje van je
dromen meermalen op haar rondje kon tegen
komen. Jongens en meisjes hadden ook ieder
een aparte ingang aan de achterkant van de
schoof. De hoofdingang was alleen voor de
docenten. Op weg naar de vaklokalen liepen
we in de gangen in het gelid, de meisjes voor
op. Bij het opgaan van de trappen moest er
gewisseld worden, en de jongens voorop. De
directeur controleerde dat zorgvuldig vanuit
een donker hoekje. Soms kwam nij tevoorschijn
en kon dan een jongen vragen wat daar de
bedoeling van was. En wee de jongen die
dan iets stamelde van "Onder de rokken kij
ken", of zoiets. "Dat moet omdat dat zo
HOORT!", brieste de Noo dan, "De heren zijn
BOEREN!" Zo begon de opvoeding tot deugd
zame burgers.
Straffen gebeurde heel willekeurig. Strafregels,
veel strafregels, nablijven of in de hoek staan.
Als je je te erg had misdragen werd dat plech
tig in het 'Zwarte boek' geschreven en werd je
naar huis gestuurd. Je ouders kregen dan via
de post een waarschuwing. Slechts een enke
ling durfde die te onderscheppen, want dan
liep je de kans om van school te worden ge
trapt.
Na het beschrijven van al deze tuchtmaatrege
len zult u zich misschien afvragen of er op
school iets anders werd geleerd dan goede
manieren. Nou en of! Sommige leraren beza
ten een natuurlijk gezag en dan werd er hard
gewerkt. Van andere leraren was bekend dat
zij geen orde konden bewaren; dan werd het
lesgeven een puinhoop. Het gebeurde dat een
leraar zo over zijn toeren raakte dat wij hem
vroegen of hij niet beter wat rustig voor zichzelf
kon gaan doen.
Bijvoorbeeld "Kees" de Waard. In zijn goede
jaren een eminent geleerde op het gebied van
geschiedenis en wiskunde. Hij droeg een lintje
van het Franse Legioen van Eer, maar zijn les
sen biologie waren doodsaai. Ze bestonden
alleen uit het voorlezen van een dictaat dat
ooit door zijn voorganger, een doctor in de
scheikunde, was geschreven. En wilde je een
voldoende krijgen dan kon je je maar beter
strikt aan de tekst van het dictaat houden, in
clusief alle fouten die daarin waren geslopen.
Zelfs op het eindexamen heb ik pertinente fou
ten verteld om maar een goed cijfer te krijgen.
In het vaklokaal biologie stond voor de klas
een grote werktafel, die werd bekroond door
twee immense aquaria. Deze waren volkomen
ondoorzichtig geworden door de weelderige
algengroei. Na maanden zag een leerling uit
de groene sop een vis opdoemen en gilde:
"Een vis, meneer, een vis!" Maar dat natuur
verschijnsel heeft zich daarna nooit meer her
haald, hoe goed we ook opletten. De Waard
slingerde een enkele maal uit kwaadheid zijn
dictaat door de klas, wat wij dan voorzichtig
weer terugslingerden, want het dictaat was
uniek en onvervangbaar.