12 Dubbelsporig baanvak tussen Middelburg en Vlissingen langs net Kanaal door Walcheren, ter hoogte van Oost- Souburg. Locomotief van de 3700-3800 serie van de Nederlandse Spoorwegen. Foto ca 1935, collectie Gemeentearchief Vlissingen. Laten we ons nu verder beperken tot de stations op Walcheren: Arnemuiden was een stan daardtype Staatsspoorstation 5e klasse, Mid delburg een variant op het standaardtype 2e klasse van de Staatsspoor en Vlissingen (stad) was weer een variant op Middelburg. Dit station lag aan de oostzijde van het nieuwe ka naal, ongeveer ter plekke waar nu de tech nische school staat. Toen met ingang van 26 juli 1 875 de Zeeland op Engeland ging varen werd van een punt, even ten westen van Souburg een nieuwe lijn naar de buitenhaven aangelegd, waarover de aansluitende boottreinen rechtstreeks naar de aanlegplaats van de Engelandboten reden. Een primitief gebouwtje voorzag ter plaatse in de behoefte van reizigers en douane. Al spoedig bleek het nodig de accommodatie te verbeteren, wat tot gevolg had de bouw van een geheel nieuw groot havenstation, dat met zijn drie perrons en vijf perronsporen van 200 m lang (later nog verlengd] op 15 spetember 1894 in gebruik werd genomen. Het stadsstation verloor toen al vrij spoedig zijn betekenis en diende voortaan als woonruimte voor een aantal spoorgezinnen. Op 12 mei 1940 werd het door oorlogsgeweld ernstig beschadigd, in 1950 gesloopt. Het nieuwe havenstation mocht zich verheugen in een koninklijke wachtkamer, een voorrecht dat verder maar vier stations in Nederland had den. Het gebouw was door de architecten Th.G. Schilt(1 852-1914) en D.H. Haverkamp (1850-1920) in hollandse renaissancestijl ont worpen, terwijl de perronoverkappingen bere kend en ontworpen waren door Ir. G.W. van Heukelom (1870-1952). In 1944 werd het vernield en op 19 december 1951 door het huidige station (een ontwerp van Ir. S. van Ravesteijn) vervangen. Het onderste deel van de perrongevel is nog een overblijfsel van het vernielde station. Het derde perron (zijde bin nenhaven) is omstreeks 1950 opgeruimd. De ligging van het stadsstation was vooral be paald door het gegeven dat geen spoorbrug over het kanaal mocht komen, terwijl bij het havenstation vooral speelde dat het totale aantal reizigers van de Zeeland en van de Provinciale Stoombootdienst dat van de lokale reizigers uit Vlissingen verre overtrof. De verbinding tussen het stadscentrum en het station werd achtereenvolgens gevormd door: de pennybootjes (vanaf 1 894) met een afvaart vanaf het voormalig postkantoor; de electrische tram (vanaf 1913) en de autobus (vanaf 1945). Ondanks de gunstige ligging van de haven aan de mond van de Schelde, ontwik-

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1993 | | pagina 11