8
DEN SPIEGEL LITERAIR
AAFKE VERDONK-RODENHUIS
Hoe het allemaal begon kan men lezen in zijn
eigen boek uit 1907 (3e dr. 1908): 'Avonturen
als straatmuziekanf'. Het boek is "versierd met
23 teekeningen van Louis Ramakers en eenige
schaduwbeelden van Jan Feifh". Ik heb een af
geschreven exemplaar ervan uit de Nufsbiblio-
theek te Bodegraven in mijn bezit, met zo'n
bruin kaftpapiertje er omheen en voorzien van
het nummer 857. Voorin staat in een wat onbe
holpen handschrift met potlood geschreven:
"Dit is een pracht van een boek! J.B." Op
bladzijde 188 "Mooi Mooi hoor!!!" en achterin
nog eens "mooi! mooi!"
"Zaterdag den 27sten Juli, 's namiddags om
streeks vijf uur na afloop van onze werkzaam
heden gingen we ons verkleden. Joseph - ik
had me al gewend hem zoo te noemen
terwijl hij mij met den geuriaen naam van
Naphta aansprak - Joseph stak zich, terwijl ik
wat poses probeerde, in een versleten sport
hemd, met een zwierige kwartjesdas onder 't
losse boord. Een grijze ruitjesbroek, die in
betere dagen aan een corpulenten collega
had toebenoord bond hij met een touw om 't
middel.Mij zal die landloper-metamorphose
niet zoo glad... en mijn roode das, die mij
meer op een vrij-socialistischen agitator dan
op een straatmuziekant deed lijken, werd
door een paars-blauwe gerafelde 'Lavalliere'
vervangen... Toen ging het wel... Om in
geval van nood onze werkelijke identiteit te
bewijzen hadden wij onze Amsterdamse pers
insignes onder onze kleren om den hals ge
bonden. Voorts hadden wij bij ons een rijks
daalder aan kleingeld in een linnen zakje, en
ieder 'n stel snaren voor onze instrumenten en
kam en tandenborstel, als symbolen van
huismoederlijke bezorgdheid door m'n vrouw
in mijn schooiersjasje geborgen."
En zo is het begonnen.
THEATER EN LITERATUUR
Deze zomer is het oude Concertgebouw als
onderdeel van het Arsenaalgebied feestelijk
geopend. Het concertgebouw is gerestau
reerd in de stijl van een theater uit de dertiger
jaren. Denken aan theater uit die tijd roept
beelden op van cabaret, variëte, revue, cir
cus, toneel.
Tussen theater en literatuur bestaat een hechte
band. Er wordt voor het theater geschreven:
teksten, liederen, toneelstukken. Ook kan the
ater voor schrijvers een bron van inspiratie
zijn. Er zijn heel wat verhalen over het theater
te vinden. Ook verhalen over mensen die in
het theater werken of toneelstukken schrijven
laten ons de aantrekkingskracht van het the
ater zien.
Eerst enkele opmerkingen over het toneel in de
eerste helft van deze eeuw, de periode waar
aan het Arsenaaltheater min of meer de stijl
ontleent. Grote toneelleiders als Royaards en
Verkade kozen in die tijd stukken die voor op
voering geschikt waren. Voor de vertegen
woordigers van de periode hiervoor, ae Tach
tigers, was toneel, drama niet zo belangrijk.
Een uitzondering was Frederik van Eeden voor
wie het schrijven van drama een mogelijkheid
was de problemen van het leven weer te
geven (De Broeders, Liobaj.
Toneelstukken van een zeker realistisch karak
ter zijn naast andere stromingen zeker opval
lend in de periode tot de tweede wereldoor
log. Heel belangrijk op dit gebied is natuurlijk
Herman Heijermans. Hij komt in zijn toneel
stukken op voor de lagere standen, de arbei
ders, vissers, mijnwerkers, die het slachtoffer
zijn van sociale wantoestanden. Hij wil een
betere toekomst voor allen. Niet alleen uit zijn
toneelwerk blijkt deze strijd; ook in de serie
novellen, de Falklandjes, schetsen geschreven
onder het pseudoniem Samuel Falkland, ko
men zijn ideeën, principes en zijn levensbe-