DE REPUBLIEK EN VLISSINGEN
IN DE 18E EEUW
DEN SPIEGEL LITERAIR
A. MEERMAN, archivist
genootschappen. Men was dus niet alleen
werkzaam op het gebied van de taal, ook
andere culurele en sociale onderwerpen kwa
men aan de orde, maar wetenschappelijke
benadering stond voorop.
In hlolland bloeiden de genootschappen op
breed wetenschappelijk gebied. In Haarlem
was de "Hollandsche Maatschappij der Weten
schappen Deze diende als voorbeeld voor het
in 1769 opgerichte "Zeeuws Genootschap der
Wetenschappen", het tweede genootschap in
Nederland op dit gebied.
Belangrijk zijn de publikaties van het Zeeuws
Genootschap, historische studies gebaseerd op
bronnen waarover wij nu niet altijd meer de
beschikking hebben. Belangrijke publikaties
waren o.a. "Noodige Onderrichtingen voor de
Slaafhandelaren" door D.H. Gallandat, 1769.
Hierin pleit hij voor de aankoop van gezonde
negers, voor goede voeding en frisse lucht tij
dens de overtocht. Hij berekent dat in de jaren
1767 en 1768 er 3100 slaven door Vlissin-
gers zijn vervoerd.
Andere tot in onze tijd nog interessante publika
ties zijn de 'Zelandia lllustrafa" en de "Levensbe
richten van Zeeuwen", waar de commentaren
van bewerker F. Nagtglas ons een goed beeld
geven van de sociale verschillen tussen de ver
schillende bevolkingsgroepen in de negentien
de eeuw. Zo geven de verhandelingen, publi
katies, studies van de genootschappen ons veel
informatie over de ideeën en opvattingen uit de
achttiende en negentiende eeuw.
Om de oprichting van het "Vlissingsch Genoot
schap ter bevordering van nuttige Kunsten en
Wetenschappen" (de naam werd al snel gewij
zigd in het "Zeeuws Genootschap der Weten
schappen te Vlissingen") in een tijdskader te
plaatsen is het nuttig een beeld te geven van
de situatie in de Republiek en in Vlissingen tij
dens de 1 8e eeuw. Kon de Republiek der Ver
enigde Nederlanden zich nog blijven wentelen
in de vooruitgang die de gouden 1 7e eeuw
voortbracht of ging het na het rampjaar 1672
echt bergafwaarts? Een overzicht in vogel
vlucht.
DE INTERNATIONALE SITUATIE
We moeten constateren dat de Republiek aan
het begin van de 1 8e eeuw, zowel politiek als
economisch, geen grote mogendheid meer
was. De 17e eeuwse bloeitijd mag echter niet
geheel op rekening van eigen kracht worden
geschreven. De betrekkelijke zwakte van de
omringende landen is een niet te onderschatten
faktor gebleken. Binnen de internationale
machtsverhoudingen werd de Republiek over
vleugeld door landen zoals Engeland, Frankrijk
en Duitsland. Deze laatste kon profiteren door
het sterk in belangrijkheid toenemen van de
havensteden Hamburg en Bremen terwijl Enge
land en Frankrijk hun koloniale bezit sterk kon
den uitbreiden.
Bij de Spaanse Successie-oorlog (1702-1713)
kwam Engeland als grote overwinnaar tevoor
schijn. De Republiek vocht tegen de Franse
coalitie weliswaar dapper mee aan de zijde
van Engeland en het Duitse keizerrijk, maar de
Vrede van Utrecht onderstreepte haar verzwakte
positie. De vredesonderhandelingen werden in
en met de Republiek gevoerd maar eigenlijk
ook zonder haar. De pap was reeds gestort
door voorafgaande geheime onderhandelingen
11
DEN SPIEGEL 1994