VLISSINGEN, 18E EEUW Deken (met o.a. hun 'economische liedjes') grote bekendheid. Justus van Effen liet zijn 'Hol landse Spectator' het licht zien, waarbij een steeds breder wordend publiek kennis kon maken met de wetenschappelijke en artistieke ontwikkelingen. Vele wetenschappelijke genoot schappen werden opgericht zoals o.a. het Tey- ler's genootschap te Haarlem, een museum voor natuurwetenschappen. De door ds. Nieuwenhuysen in 1784 opge richte Maatschappij tot Nut van 't Algemeen betekende een belangrijke verbetering op het gebied van de volksontwikkeling. Op het gebied van de wetenschap bleef de Republiek een belangrijke rol spelen met de medicus Boerhaave, de fysicus Musschenbroek en de filosoof Hemsterhuis. HET EINDE VAN DE REPUBLIEK De l 8e eeuw eindigde zoals zij begon: met oorlog. Reeds eerder vermeldde ik het misluk ken van de 'revolutie' in de Republiek door de expeditie van de koning van Pruisen om de stadhouderlijke macht weer stevig in het zadel te krijgen. De prinsgezinden konden ten koste van de patriotten hun posities weer innemen. Ze hebben er echter niet lang van kunnen pro fiteren. In Frankrijk was in 1789 de revolutie uitgebro ken en het nieuwe bewind wilde ook haar naaste omgeving laten delen in deze vooruit gang. Ook was oorlog een middel voor het Franse bewind om uit haar interne problemen te ontvluchten. Frankrijk, dat in l 792 reeds in oor log met Oostenrijk en Pruisen was, verklaarde in 1793 de oorlog aan Engeland en de Repu bliek. De Franse troepen konden vrijwel onge hinderd de Republiek innemen en op 18 janu ari 1 795 vluchtte Willem V naar Engeland. Vrij heid, gelijkheid en broederschap werden ons deel. VLISSINGEN IN DE 18E EEUW Het is wellicht nuttig even stil te staan in Vlissin- gen tijdens de l 8e eeuw om ons tegelijkertijd af te vragen hoe Vlissingen er in die tijd glo baal heeft uitgezien. DE VESTING VLISSINGEN Het stadje telde halverwege de l 8e eeuw ongeveer 8000 inwoners en was aan de land zijde omgeven door aarden wallen en een negental zware bastions. Het werd van de zee afgescheiden door zware muren met een viertal bastions. Nog even de bastions op een rijtje: nr. Ihet Gasthuisbolwerk ten westen van de stad; nr. 2: het Quintensbolwerk tussen Gasthuis- bolwerk en de Middelburgse poort; nr. 3: het Baarlandsbolwerk; nr. 4: het Heijnrichsbolwerk; nr. 5: het Blokhuisbolwerk; nr. 6: het Santhilbolwerk; nr. 7het Kroonenburgbolwerk; nr. 8: het Kasantsbolwerk; nr. 9: het Nassouwsbolwerk ten oosten van de Nieuwe Haven; nr. I 0; het Oranjebolwerk nr. I lhet Keizersbolwerk; nr. 12; het bolwerk bij de Leugenaar; nr. 13: het bolwerk bij de Westpoort of Gevangentoren. Op een zevental bolwerken stonden molens, waarvan de Oranjemolen nog is overgebleven. Het bolwerk bij de Leugenaar kende een molen en vervolgens het Quintensbolwerk, Baarlands bolwerk ("De Ezau"), Kroonenburgbolwerk, Kasantsbolwerk en Keizersbolwerk ("Het Zee paard"). Tevens waren er in de 1 8e eeuw een tweetal landpoorten en een drietal zeepoorten. De landpoort aan de westzijde van de stad was de Middelburgse poort nabij Oud-Vlissingen (eerste vermelding 1540 en vernieuwd in 17Z0) en aan de oostzijde de 2e Rammekens- poort (gebouwd 1659). In het Keizersbolwerk bevond zich de waterpoort welke toegang gaf tot het Westerhoofd en aan de oostzijde van de haven de waterpoort welke toegang gaf tot het Oosterhoofd. De derde waterpoort lag aan de westzijde van de Nieuwe Haven nabij het Rijzenhoofd (iets ten westen van de Oranjemo len). 15 DEN SPIEGEL 1994

Tijdschriftenbank Zeeland

Den Spiegel | 1994 | | pagina 18